Kennen van buurgetallen t/m 20
Kennen van buurgetallen t/m 20

Kennen van buurgetallen t/m 20

-

Open deze lesJe kunt Gynzy gratis uitproberen.

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Algemeen

De leerlingen leren wat buurgetallen zijn en kunnen de buurgetallen van de getallen 1 t/m 19 bepalen doordat zij weten welk getal ervoor komt en welk getal erna.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het belangrijk is om de buurgetallen van een getal te weten, omdat ze hiermee kunnen weten wanneer ze aan de beurt zijn. Hiermee weten ze wie ervoor en wie erna aan de beurt is.

Introductie

Verdeel de getalkaartjes van 1 t/m 20 over de leerlingen. Vraag vervolgens aan de leerlingen of ze in de goede volgorde willen gaan staan, te beginnen met 1. Wanneer iedereen staat, zeg je hardop, samen met de leerlingen, de telrij van 1 t/m 20 op. Daarna neem je de getalkaartjes weer in en laat je op het bord één getal (van 1 t/m 9) zien. Vraag aan de leerlingen welk getal ervoor komt, laat ze uit de stapel met getalkaartjes zoeken. Vraag vervolgens welk getal erna komt, laat ze wederom uit de stapel met getalkaartjes zoeken. Oefen met verschillende getallen. Vraag eerst hardop aan de hele klas, geef daarna pas een beurt.

Instructie

Je legt uit dat buurgetallen de getallen zijn die voor en na een getal komen. Aan de hand van de stoelen laat je zien dat het buren van elkaar zijn. Vervolgens leg uit hoe je de buurgetallen kunt vinden door verder en terug te tellen. Daarna vraag je de buurgetallen van vier verschillende getallen. Gum de grijze vakjes uit om het antwoord zichtbaar te maken.

Controleer of de leerlingen de instructie begrepen hebben wat buurgetallen zijn met behulp van onderstaande vragen:
- Wat is een buurgetal?
- Hoe vind je een buurgetal?
- Hebben alle getallen een buurgetal?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met het vinden van de buurgetallen door bij een getal de buurgetallen te kiezen uit meerdere antwoorden. Daarna bedenken leerlingen zelf welke buurgetallen er bij een getal horen en vullen ze deze in.

Afsluiting

Je controleert of ze de leerlingen weten dat dat de buurgetallen de getallen voor en na het getal in de telrij zijn. Benadruk dat het handig is om de buurgetallen te kennen zodat je weet wat de volgende en de vorige is. Ook controleer je aan de hand van een verhaal of leerlingen de buurgetallen van een getal kunnen vinden en of ze dit doen aan de hand van één terug en één verder tellen.

Aandachtspunten

Leerlingen die moeite hebben met het vinden van de buurgetallen, hebben waarschijnlijk de telrij t/m 20 nog niet goed in hun hoofd. Laat deze leerlingen extra oefenen met heen- en terugtellen. Leerlingen die de buurgetallen t/m 20 al kennen, kun je laten oefenen met de buurgetallen t/m 50.

Instructiemateriaal

Getalkaartjes van 1 t/m 20.

Over Gynzy

De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!