Vergelijken van breuken en kommagetallen

Vergelijken van breuken en kommagetallen

Open deze lesJe kan Gynzy gratis uitproberen.
Vergelijken van breuken en kommagetallen
Teacher
Kids

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Algemeen

Leerlingen leren breuken en kommagetallen met elkaar te vergelijken

Belang

Het is handig om breuken en kommagetallen te kunnen vergelijken. Je kunt dan bijvoorbeeld bepalen welk van de twee getallen het grootste is.

Introductie

Laat de leerlingen eerst de juiste breuk bij het kommagetal zetten. Vervolgens laat je de leerlingen het juiste kommagetal bij de breuk zetten.

Instructie

Om te bepalen wat minder is kun je een breuk omzetten naar een kommagetal. In dit geval zet je 1//5 om naar een kommagetal. Dit doe je door de teller te delen door de noemer (1 : 5 = 0,2). Nu kun je de getallen met elkaar vergelijken en zie je dat 1//5 minder is. Laat nu zien hoe je dezelfde som kunt aanpakken door het kommagetal naar een breuk om te zetten. In dit geval deel je door honderd en vereenvoudig je de breuk. Vervolgens oefen je samen met de leerlingen de som 2//8 of 0,333. De volgende twee sommen maken de leerlingen zelfstandig. Herhaal kort de rekentekens: <, >, = en ≠. Gebruik de stappen om te laten zien hoe je kunt bepalen of de stelling 1 1//2 = 1,25 klopt. In dit geval zet je het kommagetal om naar een breuk. Benadruk dat je bij kommagetallen alleen de getallen achter de komma pakt om mee te rekenen. De helen zet je even opzij en zet je weer terug als je de breuk hebt uitgerekend. Laat de leerlingen bij de volgende sommen bepalen of de stellingen waar of niet waar zijn. Laat de drie getallen zien en reken het kommagetal uit naar een breuk. Vervolgens kun je de breuken met elkaar vergelijken. Eventueel kun je ook de breuken omrekenen naar allemaal kommagetallen en dan met elkaar vergelijken. Laat de leerlingen de volgende getallen op de juiste volgorde zetten. Benadruk dat ze goed kijken aan welke kant het grootste getal moet staan.

Om te controleren of leerlingen breuken en kommagetallen kunnen vergelijken, kun je de volgende vragen stellen:
- Hoe zet jij een breuk om naar een kommagetal?
- Hoe zet jij een kommagetal om naar een breuk?

Inoefening

De leerlingen vergelijken eerst een breuk en kommagetal, waarbij er een visuele ondersteuning zichtbaar is. Vervolgens geven ze aan of de stelling klopt of niet. Tot slot slepen ze de getallen in de juiste volgorde van meest naar minst.

Afsluiting

Je bespreekt met de leerlingen nog eens dat het handig is om breuken en kommagetallen met elkaar te kunnen vergelijken, zodat je kunt bepalen welk van de twee bijvoorbeeld het grootst is. Vervolgens kun je de leerlingen in tweetallen laten samen werken om de twee moeilijkere sommen op te lossen en de getallen in de juiste volgorde te zetten.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met het vergelijken van breuken en kommagetallen oefenen eerst met stambreuken om te zetten naar kommagetallen. Laat vervolgens zien dat de verdeling 0,4 hetzelfde is als 4//10. Benadruk dat je de breuk ook kunt vereenvoudigen.

Over Gynzy

Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!