Woorden met uitgang ~isch(e)
Woorden met uitgang ~isch(e)

Woorden met uitgang ~isch(e)

Open deze lesJe kunt Gynzy gratis uitproberen.

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Algemeen

Leerlingen leren woorden met ~isch(e), zoals technisch, logisch, alfabetisch en telefonisch te herkennen en juist te spellen.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het belangrijk is om woorden met ~isch(e) op de juiste wijze te kunnen spellen. Bijvoorbeeld als je op informatie over je klasgenoten op wilt schrijven.

Introductie

De leerlingen luisteren eerst naar de bijvoeglijk naamwoorden. Vraag aan de leerlingen of ze zelf ook woorden kunnen noemen die horen bij deze categorie. Vervolgens maken de leerlingen in tweetallen een nieuw verhaal door andere bijvoeglijk naamwoord te verzinnen. Door het kiezen van nieuwe bijvoeglijk naamwoorden, zullen er nieuwe verhalen ontstaan. Voordat je het spellen van de woorden bespreekt, leg je de betekenis van de woorden kritisch, traumatisch, praktisch en optimistisch uit.

Instructie

Leg uit wat je hoort bij het in klankgroepen hakken van woorden zoals 'technisch'. Leg uit dat wanneer je /ies/ hoort, je ~isch schrijft. Dit woordstukje schrijf je aan het einde van bijvoeglijk naamwoorden. Niet alle woorden met de klank /ies/ schrijf je als ~isch. Deze regel geldt alleen voor de woorden waar je een 'e' achter kunt zetten. Bespreek de stappen voor het spellen. Vervolgens doe je de stappen voor met het woord 'ritmisch'. Op de lijntjes kun je het woord schrijven. Laat bij het woord 'logisch' de leerling zelf het woord in stukken hakken en het woord opschrijven. Je kunt zelf eventueel meeschrijven in het schrijfvlak. Ten slotte doorlopen de leerlingen de stappen voor het woord 'allergisch’. Je controleert of de leerlingen de categorie goed hebben begrepen door het maken van een puzzel. De antwoorden van de puzzel zijn: Belgisch, tropisch, Perzisch en Scandinavisch.

Inoefening

Eerst geven de leerlingen aan welke klank in het woord zit. Daarna geven de leerlingen de juiste klank bij de letters aan. Daarna moeten de leerlingen een woord afmaken en opschrijven.

Afsluiting

Je controleert of de leerlingen de spellingscategorie goed begrijpen en je vraagt naar de spellingsregel die bij deze woorden hoort. Je laat de leerlingen verwoorden welke stappen ze moeten nemen om de woorden op de juiste wijze te kunnen spellen. Ten slotte geef je de dictees.

Dictee van de categorie:
1. De monteur lost een praktisch probleem op. Schrijf op: praktisch
2. Hij is erg technisch. Schrijf op: technisch
3. Eerst denkt hij logisch na. Schrijf op: logisch
4. Schrijf de zin op: Nu werkt het apparaat weer automatisch.

Gemengd dictee:
1. Schrijf de zin op: De metselaar heeft gloednieuw gereedschap.
2. Schrijf de zin op: Het is een elektrisch toestel.
3. Schrijf de zin op: Dat gaat bijna nooit stuk.
4. Schrijf de zin op: Het is een mooi voorwerp.

Aandachtspunten

De woorden met ~isch(e) kunnen verkeerd worden gespeld. De leerlingen kunnen 'ies' in plaats van 'isch' opschrijven. Laat leerlingen die moeite hebben met deze woorden de regel zelf verwoorden. Vraag ook of het gaat om een bijvoeglijk naamwoord waar je een 'e' achter kunt zetten. Maak de categorie visueel door de wandkaart op te hangen.

Over Gynzy

De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!