Woorden met sch~ II
Woorden met sch~ II

Woorden met sch~ II

Open deze lesJe kunt Gynzy gratis uitproberen.

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Algemeen

Leerlingen leren het schrijven van woorden met sch~, zoals schilder, schepen, schouwburg, en boodschap.

Belang

Het is belangrijk dat leerlingen weten dat als ze /sg/ horen, ze /sch/ schrijven. Dit één klank is waar drie letters voor worden gebruikt.

Introductie

De leerlingen oefenen met het luisteren naar de klanken. Sleep samen met de leerlingen de woorden naar het juiste vak. Woorden waar je /s/ en /g/ hoort: schaap, schelp, schoen. Woorden waar je geen /s/ en /g/ hoort: snoep, spin, ster.

Instructie

Hak zelf het woord 'schilder' en leg uit wat je hoort bij het in klankgroepen hakken van woorden zoals 'schilder'. Vertel de leerlingen dat wanneer ze een woord hakken en de klank /sg/ horen, ze /sch/ moeten schrijven. Bespreek dat je één klank hoort, maar dat je deze klank met drie letters schrijft. Bespreek de stappen voor het spellen. Vervolgens doe je de stappen voor met het woord 'schoot'. Op de lijntjes kun je het woord schrijven. Laat bij het woord 'schakel' de leerling zelf het woord in stukken hakken en het woord opschrijven. Je kunt zelf eventueel meeschrijven in het schrijfvlak. Ten slotte doorlopen de leerlingen de stappen voor het woord ‘schoorsteen’. Vervolgens worden nog drie woorden gegeven (schuil, schade en schildpad) om het spellen van deze categorie te oefenen.

Inoefening

Eerst oefenen de leerlingen met het bepalen bij welke categorie het woord hoort. Daarna luisteren ze welk woord dezelfde klank heeft aan het begin. Ten slotte schrijven ze het woord op uit een zin.

Afsluiting

Je controleert of de leerlingen de spellingsregel hebben begrepen door dictees af te nemen. De les bevat twee dictees. In het eerste dictee komen de woorden van de categorie aan bod. Het gemengde dictee bevat ook woorden uit voorgaande categorieën. Benadruk dat de stappen van het spellen belangrijk zijn om een woord op de juiste wijze te kunnen spellen. Controleer of de leerlingen nu weten hoe ze woorden met sch~ schrijven. Laat de leerlingen formuleren welke stappen er nodig zijn om de woorden goed te kunnen schrijven.

Dictee:
1. De schilder maakt een schilderij. Schrijf op: schilder
2. Hij schildert een landschap. Schrijf op: landschap
3. Op de achtergrond schildert hij schepen. Schrijf op: schepen
4. Schrijf de zin op: Hij hangt het doek op in de schouwburg.

Gemengd dictee:
1. Lana zit op de schommel. Schrijf op: schommel
2. Een stoomschip vaart voorbij en toetert. Schrijf op: stoomschip
3. Van schrik valt Lana achterover. Schrijf op: schrik
4. Schrijf de zin op: Nu heeft ze een schram op haar schouder.

Aandachtspunten

Leerlingen kunnen de klank /sch/ schrijven als /sg/. Herhaal de regel regelmatig: 'Als je /sg/ hoort, schrijf je /sch/.' Leerlingen kunnen ook de volgorde van de medeklinkers omdraaien. Dan schrijven ze de laatste klank die ze horen als eerst op. Goed hakken en plakken is belangrijk. Het visueel maken met een hak-en-plak-kaart of hak-en-plak-bewegingen kan daarbij helpen. Ook kan het woord opnoemen en daarna de beginklank herhalen, erbij helpen. Laat ze de woorden voor zichzelf hardop voorzeggen, met daarbij de klank die ze als eerste horen. Let erop dat je bij het hakken van woorden altijd de klank laat horen zoals het in het woord te horen is, dus met letterklanken (letter b = /bu/) en niet met alfabetklanken (letter b = /bee/).

Over Gynzy

De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!