Woorden met ~gt
Woorden met ~gt

Woorden met ~gt

Open deze lesJe kunt Gynzy gratis uitproberen.

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Algemeen

Leerlingen leren woorden met ~gt zoals weegt, leegt, beweegt en verheugt te herkennen en juist te spellen.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het belangrijk is om woorden met ~gt op de juiste wijze te kunnen spellen. Bijvoorbeeld als je het verhaal op wilt schrijven.

Introductie

Je leest het introductieverhaal voor en benadrukt de onderstreepte woorden. De praatplaat hoort bij het verhaal.

Introductieverhaal

Naar de dierentuin
Groep 4 gaat naar de dierentuin. De klas verheugt zich op het voeren van de olifanten. "Hoelang duurt het nog voordat de olifanten eten krijgen?" vraagt Mohammed aan de juf. Ongeduldig kijkt hij om zich heen. “Het duurt nog maar even” zegt de juf. “Kijk maar! Daar komt de olifantenverzorger al aan.” De verzorger draagt een zware emmer met voer. “Eerst krijgt de olifant een fruithapje” zegt de verzorger. “Dat kleine olifantje moet goed eten. Zij moet nog groeien. Een volwassen olifant weegt wel 5000 kilo!” legt de verzorger uit. Hij gooit het fruit naar de dieren. Het olifantje buigt zich over de appel heen. Met haar slurf gooit ze het fruit de hoogte in. Daarna veegt ze alles weer bij elkaar en knaagt voorzichtig aan de appel. Blijkbaar houdt het olifantje niet van appels. Ze spuugt de appel uit en voegt zich weer snel bij de kudde.

Instructie

Leg uit wat je hoort bij het in klanken hakken van woorden zoals 'weegt'. Je hoort /gt/. Je legt de regel uit die bij deze categorie hoort. Hoor je /gt/ na een lange of tweetekenklank? Dan schrijf je gt. Dit geldt ook voor de woorden ligt, legt en zegt. Je legt uit dat dit weetwoorden zijn, deze woorden moet je dus onthouden. Vervolgens lees je samen met de leerlingen de zinnen. Je maakt samen met de leerling de opdracht die bij het verhaal hoort. Door de kleuren te gebruiken laat je zien dat je na een lange klank of tweetekenklank ~gt schrijft. De antwoorden vind je door de pagina naar beneden te schuiven. Vervolgens trek je een lijn tussen het woord en de afbeelding, benadruk ook hier de lange klank of tweetekenklank. Daarna schrijven de leerlingen de woorden op. Je vraagt eerst of je een korte of lange klank hoort, daarna welke letters er dan onder de vlek moeten staan en je laat de leerlingen de woorden opschrijven. Je vraagt bij welke categorie de woorden 'stijgt' en 'vraagt' ook horen. Verwijs eventueel naar de wandkaarten van deze categorieën, je vindt deze wanneer je de pagina naar beneden schuift. Ten slotte ontdekken de leerlingen welke letters ze moeten schrijven door voor elk letter het juiste cijfer in het vullen. Laat de leerlingen de woorden zelf ook opschrijven. Je benadrukt dat het altijd belangrijk is om de woorden te controleren nadat je ze hebt opgeschreven.

Inoefening

Eerst geven de leerlingen aan welke letters bij de klank horen. Vervolgens geven de leerlingen de juiste categorie bij het woord aan. Daarna moeten de leerlingen het woord afmaken en opschrijven.

Afsluiting

Je controleert of de leerlingen de spellingscategorie goed begrijpen en je vraagt naar de spellingsregel die bij deze woorden hoort. Je vraagt ook bij welke woorden deze regel niet geldt. Ten slotte geef je de dictees. Op de laatste pagina van de les vind je de woordenlijst van dit doel.

Dictee van de categorie:
1. De giraffe knaagt aan een tak. Schrijf op: knaagt
2. Ze spuugt de blaadjes uit. Schrijf op: spuugt
3. Daarna veegt ze de blaadjes in het zand. Schrijf op: veegt
4. Schrijf de zin op: Ze steekt haar nek de hoogte in.

Gemengd dictee:
1. Na het uitje gaat de klas terug naar school. Schrijf op: school
2. Ik schrijf een verhaal over de dierentuin. Schrijf op: schrijf
3. Ik schrijf over het vlees dat de tijger eet. Schrijf op: vlees
4. Schrijf de zin op: Het dier eet zelfs het bot op.

Eventueel kunnen de leerlingen de woordzoeker en het spel met uitdagende woorden maken. Deze pagina's zijn ook geschikt om op een later moment te maken.

Aandachtspunten

- Het visueel maken door de wandkaart op te hangen helpt bij het plaatsen van de weetwoorden. Hang de wandkaart op in de klas en verwijs hiernaar wanneer je woorden ziet die horen bij deze categorie.
- Omdat je niet kunt horen hoe je het woord schrijft, is het belangrijk dat leerlingen veel in aanraking komen met de woorden en de woorden kunnen plaatsen bij de juiste categorie.
- Met name bij de weetwoorden is het zeer belangrijk dat leerlingen de betekenis van de woorden kennen. Heb hier aandacht voor tijdens de instructieles. Je controleert of leerlingen woorden zoals voegt, zwijgt en verheugt kunnen uitleggen.
- Woorden met ~gt kunnen verkeerd worden gespeld. Het gevaar bestaat dat de leerlingen cht/ght schrijven in plaats van gt. Daarnaast kunnen leerlingen lecht, zecht of licht schrijven in plaats van legt, ligt of zegt.

Over Gynzy

De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!