Woorden met ~aai
Woorden met ~aai

Woorden met ~aai

Open deze lesJe kunt Gynzy gratis uitproberen.

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Algemeen

Leerlingen leren woorden met ~aai, zoals haai, kraai, lawaai en grasmaaier te herkennen en juist te spellen.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het belangrijk is om woorden met ~aai op de juiste wijze te kunnen spellen. Bijvoorbeeld als je op wilt schrijven wat de papegaai zegt.

Introductie

De leerlingen maken eerst een woordzoeker met woorden uit bekende categorieën. Wanneer een leerling een woord heeft gevonden, laat je de leerling naar het bord komen om het gevonden woord aan te strepen. Vervolgens bespreek je bij welke categorie de gevonden woorden horen. Eventueel herhaal je de regels die bij de categorieën horen.

Instructie

Leg uit wat je hoort bij het in klanken hakken van woorden zoals 'haai'. Leg uit dat wanneer je /aaj/ hoort, je ~aai schrijft. In de Nederlandse spelling komt de letter 'j' nooit voor aan het einde van een woord. Bespreek de stappen voor het spellen. Vervolgens doe je de stappen voor met het woord 'naai'. Op de lijntjes kun je het woord schrijven. Laat bij het woord 'taai' de leerling zelf het woord in stukken hakken en het woord opschrijven. Je kunt zelf eventueel meeschrijven in het schrijfvlak. Ten slotte doorlopen de leerlingen de stappen voor het woord 'graai’. Daarna schrijven de leerlingen woorden op die rijmen op 'haai'.

Inoefening

Eerst geven de leerlingen aan welke klank in het woord zit. Daarna geven de leerlingen de juiste letters bij de klank aan. Daarna moeten de leerlingen de woorden afmaken en opschrijven.

Afsluiting

Je controleert of de leerlingen de spellingscategorie goed begrijpen en je vraagt naar de spellingsregel die bij deze woorden hoort. Je laat de leerlingen verwoorden welke stappen ze moeten nemen om de woorden op de juiste wijze te kunnen spellen. Ten slotte geef je de dictees.

Dictee van de categorie:
1. In de zomer zaai ik het graan. Schrijf op: zaai
2. Ook maai ik het gras. Schrijf op: maai
3. Bij de moestuin vliegt een kraai. Schrijf op: kraai
4. Schrijf de zin op: Ik draai om en zwaai naar het dier.

Gemengd dictee:
1. De piraat is op zee. Schrijf op: zee
2. Schrijf de zin op: Het waait flink.
3. Schrijf de zin op: Het schip schommelt op en neer.
4. Schrijf de zin op: Help! Straks ben ik ziek.

Aandachtspunten

De woorden met ~aai kunnen verkeerd worden gespeld. Het gevaar bestaat dat leerlingen ‘aj’, ‘ij’ of ‘aaj’ i.p.v. ‘aai’ schrijven. Laat leerlingen die moeite hebben met deze woorden de regel zelf verwoorden. Maak de categorie visueel door de wandkaart op te hangen. Ook goed hakken en plakken is belangrijk. Het visueel maken met een hak-en-plak-kaart of hak-en-plak-bewegingen kunnen daarbij helpen. Let erop dat je bij het hakken van woorden altijd de klank laat horen zoals het in het woord te horen is, dus met letterklanken (letter b = /bu/) en niet met alfabetklanken (letter b = /bee/).

Over Gynzy

De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!