Optellen t/m 20 met de 10-structuur
Optellen t/m 20 met de 10-structuur

Optellen t/m 20 met de 10-structuur

Open deze lesJe kunt Gynzy gratis uitproberen.

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Algemeen

Leerlingen leren optellen t/m 20 met de 10-structuur, optellen vanaf 10.

Belang

Het is handig en snel als je vanaf 10 kunt optellen. Als je bijvoorbeeld dozen ijsjes hebt van 10 stuks en losse, weet je snel hoeveel dat samen is.

Introductie

Je begint met het vullen van drie telrijen. Hiermee herhaal je het verder- en terugtellen t/m 20. Daarna doe je een teloefening, waarbij bonbons geteld moeten worden. Laat de leerlingen verwoorden hoe ze geteld hebben. Wellicht wordt er al genoemd dat het handig is om eerst 10 te tellen en daarna verder.

Instructie

Je vertelt dat een tiental een groepje van 10 bonbons is. Een eenheid is een losse bonbon. Je vertelt dat als je bij een tiental lossen optelt, je sneller kunt rekenen dan wanneer je alle bonbons los telt. Je telt bij het tiental de eenheden op. 10 + 3 = 13. Je ziet een doosje van 10 bonbons en een aantal losse bonbons. Vorm samen met de leerlingen de som die erbij hoort. Daarna laat je het begrip tiental en eenheden nogmaals zien, maar dan met blokjes. Ook hierbij vorm je de bijbehorende som. Daarna reken je uit hoeveel blokjes er liggen. Je begint steeds bij het tiental en daarbij tel je de eenheden op. Dit kun je ook met echte blokjes laten zien.
Dan leg je uit dat bij vlekkensommen het tiental of de eenheden ontbreken; die moeten nog ingevuld worden. Je kijkt naar de uitkomst en bedenkt welk getal er nog bij moet, zodat de som klopt. Dit controleer je door twee vlekkensommen met de leerlingen te maken. Daarna herhaal je deze verschillende soorten sommen, maar dan zonder visuele ondersteuning van afbeeldingen. Benoem hierbij dat ze steeds moeten denken aan een groepje van 10 en aan losse blokjes.

Controleer of de leerlingen kunnen optellen t/m 20 met de 10-structuur door de volgende vragen te stellen:
- Hoeveel eenheden heeft 14?
- Hoeveel blokjes zitten er in een tiental?
- Wat is 10 erbij 6?
- Wat is 10 erbij 9?

Inoefening

Eerst oefenen de leerlingen met het aanvullen van een vlekkensom met een visuele ondersteuning. Daarna rekenen ze een som uit, ook met een afbeelding. Daarna maken ze een abstracte som, waarbij ze het tiental moeten invullen.

Afsluiting

Herhaal de begrippen tiental en eenheden. Vraag waarom het handig is om op te kunnen tellen vanaf 10. Het is handig en snel. Als afsluiting doe je samen met de leerlingen een aantal sommen. Eerst waarbij ze het aantal eenheden moeten invullen, daarna het tiental, daarna het antwoord en uiteindelijk de hele som. Dit is steeds met visuele ondersteuning. Je eindigt met abstracte sommen in dezelfde volgorde.

Aandachtspunten

Herhaal vaak de begrippen tiental (groepje van 10) en eenheden (lossen). Laat leerlingen die het lastig vinden met MAB-materiaal sommen maken. Je laat ze een som neerleggen, zoals 10 + 3, een staafje van 10 en 3 losse blokjes. Vertel hierbij dat ze niet steeds het groepje van 10 hoeven te tellen, ze weten al dat dat staafje 10 blokjes heeft. Op die manier gaat dat een stuk sneller.

Instructiemateriaal

Eventueel MAB-materiaal.

Over Gynzy

De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!