Optellen t/m 100 via 1 meer of minder
Optellen t/m 100 via 1 meer of minder

Optellen t/m 100 via 1 meer of minder

Open deze lesJe kunt Gynzy gratis uitproberen.

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Algemeen

Leerlingen leren optellen tot en met 100 waarbij ze steeds één erbij moeten tellen of één eraf moeten halen.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het handig is als je kunt optellen met steeds één meer of één minder. Als je weet wanneer je er steeds één bij moet tellen of één eraf moet halen, hoef je niet alle sommen apart uit te rekenen.

Introductie

Je gaat samen met de leerlingen bingo spelen. Iedereen schrijft negen getallen op van 70 tot en met 100. Je noemt een getal en leerlingen mogen het buurgetal van het genoemde getal wegstrepen op hun kaart. Je noemt de verschillende getallen op totdat iemand bingo heeft. Daarna laat je de vlaggetjes op het digibord zien en je vraagt welke getallen ontbreken. Laat de leerlingen uitleggen hoe zij achter de antwoorden zijn gekomen. Gum de vakjes uit om te laten zien wat de juiste antwoorden zijn.

Instructie

Je laat het MAB-materiaal op het digibord zien. Geef aan dat er 75 blokjes zijn en er nog 5 bij komen. Samen is dit 80. Bespreek ook de andere sommen die horen bij de blokjes. Vraag de leerlingen of hen iets opvalt aan de sommen. Geef aan dat er steeds één blokje bij komt. Er zijn niet altijd afbeeldingen die je kunt gebruiken om te tellen. Soms staat er ook alleen een som. Vergelijk dan beide sommen. Als het eerste getal één meer is in de tweede som, is het antwoord ook één meer in de tweede som. Laat de sommen op het digibord zien en vraag de leerlingen wat de antwoorden zijn. Vraag ook hoe zij achter het antwoord van de tweede som en de derde som zijn gekomen. Hebben zij deze opnieuw uitgerekend of hebben zij er één bij geteld? Geef aan dat wanneer het tweede getal in de tweede som één meer is dan in de eerste som, het antwoord ook één meer is. Oefen ook de sommen die hierbij horen.
Daarna laat je de blokjes zien en geef je aan dat er 30 zijn en er 30 bij komen. Samen is dit 60. Bespreek ook de andere sommen die horen bij de blokjes. Vraag de leerlingen of hen iets opvalt aan de sommen. Geef aan dat er steeds één blokje af gaat. Er zijn niet altijd afbeeldingen die je kunt gebruiken om te tellen. Soms staat er ook alleen een som. Vergelijk dan beide sommen. Als het eerste getal één minder is in de tweede som, is het antwoord ook één minder in de tweede som. Laat de sommen op het digibord zien en vraag de leerlingen wat de antwoorden zijn. Vraag ook hoe zij bij deze antwoorden zijn gekomen. Geef aan dat wanneer het tweede getal in de tweede som één minder is dan in de eerste som, het antwoord ook één minder is. Oefen ook de sommen die hierbij horen. Vervolgens laat je de sommen op het digibord zien en rekenen de leerlingen dit uit. Laat hen de antwoorden opschrijven en omhoog houden, zodat je het kunt controleren.

Controleer of de leerlingen kunnen optellen tot 100 via één meer of minder met de volgende vraag/opdrachten:
- Waar moet je naar kijken om te weten of er steeds één bij moet of dat er één af gaat?
- Reken de volgende sommen uit: 48 + 2 = en 48 + 3 =
- Reken de volgende sommen uit: 10 + 63 =, 9 + 63 = en 8 + 63 =

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met het optellen via één meer of één minder waarbij de leerlingen antwoord moeten geven op twee sommen. Daarna oefenen ze met het optellen via één meer of minder met drie sommen.

Afsluiting

Je bespreekt met de leerlingen nog eens dat het belangrijk is om te kunnen optellen tot en met 100 waarbij je er steeds één bij moet tellen of één eraf moet halen, omdat je zo snel een rij sommetjes op kunt lossen zonder iedere som apart uit te rekenen. Laat de sommen op het digibord zien en laat de leerlingen de sommen uitrekenen. Vraag ook hoe ze dit hebben uitgerekend. Gum de vakjes uit om het antwoord te laten zien.

Aandachtspunten

Leerlingen die moeite hebben met het optellen met steeds één meer of minder, kunnen gebruikmaken van MAB-materiaal. Laat hen eerst het juiste aantal blokjes neerleggen dat bij een som past. Vervolgens laat je een som zien waarbij het ééntje meer is. De leerling moet één extra blokje neerleggen bij de blokjes die er al liggen. Dit herhaal je, maar je laat dan een som zien waarbij er één minder is.

Over Gynzy

De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!