8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door steeds 3 getallen bij elkaar te zoeken die samen 1000 zijn. Omcirkel de getallen die bij elkaar horen met dezelfde kleur. Er zijn 3 combinaties van 3 getallen mogelijk.
Hoe tel jij 183 en 54 bij elkaar op?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat als je het gemiddelde kunt uitrekenen, je weet hoeveel kilogram appels je hebt verkocht per dag.
Leg uit wat een gemiddelde is. Het gemiddelde is het midden van een aantal (komma)getallen. Gebruik hierbij de getallenlijn met kommagetallen. Laat zien dat je 4 getallen hebt en dat je het midden van deze getallen kunt uitrekenen.
Bedenk 2 getallen waarbij het midden ook 20,5 is.
Bedenk 3 getallen waarvan het gemiddelde ook 20,5 is.
Leg uit hoe je een gemiddelde berekent. Je telt alle getallen bij elkaar op en dit deel je door het aantal getallen dat je hebt opgeteld. Bespreek het voorbeeld met de hele getallen. Als je het gemiddelde met en van kommagetallen wilt berekenen, doe je hetzelfde als bij de hele getallen. Laat bij het tweede voorbeeld zien dat het ook kan dat je hele getallen hebt, maar dat het gemiddelde wel een kommagetal is. Bij het derde voorbeeld heb je 3 kommagetallen, maar het gemiddelde is dan een heel getal. Laat leerlingen oefenen met het berekenen van het gemiddelde met hele getallen en kommagetallen. Oefen ook de verhaalsommen met het gemiddelde.
Als het meisje op zondag 1 kilometer meer had gewandeld, was het gemiddelde dan hoger of lager geworden?
Het meisje loopt op maandag 3,8 kilometer en op dinsdag 6,8 kilometer. Op woensdag loopt ze ook. Het gemiddelde van deze 3 dagen is 5 kilometer. Hoeveel kilometer heeft ze gelopen op woensdag?
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe ze het gemiddelde van kommagetallen moeten berekenen door te vragen hoe de jongen aan de uitkomst komt.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Herhaal de betekenis van het gemiddelde. Laat op de getallenlijn het gemiddelde 15,5 zien. Dit ligt precies tussen 12,4 en 18,6 in. Leg uit hoe je het gemiddelde met hele getallen berekent aan de hand van het voorbeeld. Oefen hiermee. Leg daarna uit hoe je het gemiddelde met en van kommagetallen berekent. Je doet hierbij hetzelfde als bij de hele getallen. Laat leerlingen hiermee oefenen.
Op woensdag was de temperatuur 20,3 graden. Wordt de gemiddelde temperatuur hierdoor hoger of lager? Leg uit.
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen of ze een situatie kunnen bedenken waarin het handig is om het gemiddelde met kommagetallen te kunnen berekenen. Laat leerlingen daarna in tweetallen 2 keer een sprong maken en deze opmeten met een (bord)liniaal of rolmaat. Rond hierbij af op 1 decimaal. Leerlingen berekenen het gemiddelde van hun 2 sprongen. Daarna wisselen ze van rol.
De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.