8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door de vragen te beantwoorden over de plattegrond.
Hoeveel olifanten leven in deze dierentuin? (dat kun je niet zien op deze plattegrond)
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat het maken van een routebeschrijving handig is zodat je weet hoe je ergens heen moet lopen.
Herhaal wat een windroos is en wat de letters op de windroos betekenen. Bespreek dat er 4 basisrichtingen zijn: noord, oost, zuid en west. De richtingen tussen deze basisrichtingen zijn combinaties hiervan, bijvoorbeeld zuid-west ligt precies tussen zuid en west in. Laat de leerlingen oefenen met de windroos door vragen te stellen over de kaart van Nederland.
Vul inplus: In sommige windrozen wordt de richting nog preciezer aangegeven. Teken in een windroos ZZO (zuid-zuid-oost).
Leg vervolgens uit hoe je een routebeschrijving maakt. Voor een routebeschrijving gebruik je pijlen. Je stelt je iedere keer voor alsof je over de weg loopt. Benadruk dat je pas een pijl gebruikt op het moment dat je op de kaart bij een splitsing of kruising komt, anders volg je de weg. Geef aan dat het handig is om eerst de route op de kaart te bepalen en daarna de route in pijlen op te schrijven. Laat de leerlingen hiermee oefenen.
Langs welke plek komt Saar met haar paard? (de molen)
Je wilt, voordat je naar het reuzenrad gaat, ook nog even een hapje eten in het restaurant. Pas je route zo aan, dat je eerst langs het restaurant gaat, daarna naar het reuzenrad.
Hierna laat je de leerlingen oefenen met het tekenen van een route met schaal. In het voorbeeld is 1 centimeter op de kaart 2 kilometer in het echt. Eerst teken je de beschreven route op de kaart. Doe dit met rechte lijnen. Vervolgens meet je hoeveel centimeter deze route is. Met de schaal kun je vervolgens omrekenen hoeveel kilometer de route in werkelijkheid is. Gebruik hiervoor de liniaal onderaan de pagina.
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe ze een routebeschrijving interpreteren door te vragen waar de fout in de routebeschrijving zit. De laatste pijl moet niet naar rechts maar naar links zijn.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Leg uit hoe je een routebeschrijving maakt. Je gebruikt daarvoor pijlen en stelt je iedere keer voor alsof je over de weg loopt. Benadruk dat je pas een pijl gebruikt op het moment dat je op de kaart bij een splitsing of kruising komt, anders volg je de weg. Laat de leerlingen hiermee oefenen.
Laat de leerlingen vervolgens oefenen met het tekenen van een route met schaal. Eerst teken je de beschreven route op de kaart. Doe dit met rechte lijnen. Vervolgens meet je hoeveel centimeter deze route is. Met de schaal kun je vervolgens omrekenen hoeveel kilometer de route in werkelijkheid is. Gebruik hiervoor de liniaal onderaan de pagina.
Hoeveel kilometer was de route geweest als de getekende route 12 centimeter was? (12 kilometer)
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen welke stappen je zet om erachter te komen waar je uitkomt op de plattegrond. Vervolgens zoek je op de wereldkaart de locatie van jullie school op door het adres in te vullen. Verklein de kaart zodanig dat de leerlingen met pijlen een route van school naar huis kunnen maken. Doorloop een aantal gemaakte routes van de leerlingen om te kijken of deze routes kloppen.
De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.