Groep 4, Blok 4, Week 3, Les 13
8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Introductie
Je activeert de voorkennis door de leerlingen dieren en sportspullen op volgorde van klein naar groot te laten zetten.
Welk van deze dieren en voorwerpen zijn in het echt groter dan dat jij bent?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je met de omtrek en de oppervlakte aan kunt geven hoe lang het hek rondom de wei van koeien is en hoe groot de wei zelf is.
Instructie
Leg uit dat een omtrek de rand van een figuur is, de omtrek zit om de rand heen. Doe voor hoe je de omtrek ontdekt door de hele rand van het groene figuur aan te wijzen. De blauwe omtrek is groter dan de rand van het groene figuur en roze omtrek staat scheef. Klik op het antwoord om deze te controleren. Oefen met het bepalen van de omtrek.
Wijs een deel van de omtrek van je tafelblad aan.
Bedenk een situatie waar je de omtrek bij kunt gebruiken (bijvoorbeeld een hek om de tuin, plinten op de vloer en een lint om een cadeau). 
Je legt uit dat een oppervlakte aangeeft hoe groot een vlak is. Vertel dat de oppervlakte van de zandbak aangeeft in welk vlak er zand zit. Doe voor hoe je de oppervlakte van het figuur ontdekt door het hele vlak aan te wijzen. Klik op het antwoord om deze te controleren. Oefen met het bepalen van de oppervlakte.
Wijs een deel van de oppervlakte van je tafelblad aan.
Bedenk een situatie waar je de oppervlakte bij kunt gebruiken (bijvoorbeeld bepalen hoeveel tegels je voor de vloer nodig hebt en hoe groot een wei is). 
Leg uit dat elk figuur een omtrek en een oppervlakte heeft. Vervolgens wordt de omtrek en de oppervlakte van hetzelfde figuur bepaald door de kleur met de juiste term te verbinden. Daarna bepaal je samen met de leerlingen of de stellingen kloppen. Help de leerlingen door ze te laten bedenken wat de omtrek en de oppervlakte van de gegeven ruimte zijn.
Controleer of de leerlingen begrijpen wat een omtrek en een oppervlakte zijn door te vragen wat deze maten met elkaar te maken hebben (alle figuren hebben een omtrek en een oppervlakte).
Verwerking
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les.
Verlengde instructie
Herhaal wat een omtrek is en hoe je deze in een figuur herkent. Klik op het antwoord om deze te controleren. Oefen met het bepalen van de omtrek.
Ga op een deel van de omtrek van dit lokaal staan.
Herhaal wat een oppervlakte is en hoe je deze in een figuur herkent. Klik op het antwoord om deze te controleren. Oefen met het bepalen van de oppervlakte.
Ga op een deel van de oppervlakte van dit lokaal staan.
Afsluiting
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen wat een omtrek en een oppervlakte is. Vraag specifiek naar het verschil tussen beide begrippen. Daarna laat je de leerlingen verschillende figuren tekenen en met steeds dezelfde kleur de omtrek en een andere kleur de oppervlakte kleuren. Help de leerlingen die dit nodig hebben door een aantal figuren te noemen die de leerlingen kunnen tekenen.
Ontdek meer!
Over Gynzy
De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.