8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door de leerlingen getallen naar de juiste plaats op de getallenlijn te laten slepen.
Welke getallen kun je allemaal op deze getallenlijn zetten?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je soms naar een plaats toe moet die aangegeven staat met een nummer. Doordat je de getallenlijn kent weet je waar je naartoe moet.
Herhaal wat het globaal plaatsen van getallen op de getallenlijn inhoudt. Vertel dat je bij het globaal plaatsen van getallen een getal ongeveer op de goede plaats zet. Bespreek of de leerlingen weten om welke getallen het gaat.
Leg uit dat het nog steeds mogelijk is om getallen globaal op de getallenlijn te plaatsen wanneer de getallenlijn niet start bij 0. Vertel dat 25 in het midden van 20 en 30 ligt en wijs aan waar dit getal zich ongeveer bevindt. Je legt uit dat 28 meer richting de 30 dan de 25 ligt. Sleep de 28 naar de juiste plaats op de getallenlijn. Leg op een vergelijkbare wijze uit hoe 33 globaal op de getallenlijn geplaatst wordt. Oefen met het plaatsen van getallen op de getallenlijn.
Daarna bepaal je welke getallen de labels ongeveer aangeven. Doe dit wederom door de getallenlijn in stukjes te verdelen. Spreek met de leerlingen af dat ze er 3 getallen naast mogen zitten. Oefen met het bepalen welke getallen het ongeveer zijn.
Leg in eigen woorden uit hoe je 73 zo precies mogelijk op de getallenlijn vindt.
Noem een getal tussen de 60 en 80 in die je makkelijk op de getallenlijn kunt vinden.
Controleer of de leerlingen begrijpen wat belangrijk is bij het globaal plaatsen van getallen op de getallenlijn. Dit doe je door te vragen wat er mis is gegaan bij het plaatsen van 45 op de gegeven getallenlijn.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Leg uit dat je de getallen onder de getallenlijn goed bekijkt voordat je de getallen op de getallenlijn plaatst. Wijs de 30 aan en vertel dat je bij elk getal wat je op de getallenlijn plaatst na moet denken over de start van de getallenlijn. Vertel dat 35 precies in het midden van 30 tot 40 zit. Leg uit dat 32 meer richting de 30 dan de 35 zit en plaats de 32 op de getallenlijn. Oefen met het bepalen van de positie van getallen op de getallenlijn.
Daarna wordt bepaald welke getallen er bij verschillende plaatsen op de getallenlijn horen. Kijk eerst naar de getallenlijn om te weten waar deze begint en eindigt. Vervolgens verdeel je de getallenlijn in vier stukken om zo de plaatsen van 15 en 25 te achterhalen. Spreek met de leerlingen af dat ze er 3 getallen naast mogen zitten. Oefen met het bepalen van de getallen die bij de labels horen.
Welke getallen kun je op deze getallenlijn vinden?
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen wat het verschil is tussen het plaatsen van 37 op de 2 getallenlijnen. Daarna kies je 2 leerlingen die de start en het eind van de getallenlijn met een getalkaart aangeven. Kies een leerling uit die een tussenliggend getal mag pakken en op de juiste plaats tussen zijn klasgenoten mag gaan staan. Herhaal dit een aantal keer.
De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.