Groep 3, Blok 8, Week 3, Les 11

Groep 3, Blok 8, Week 3, Les 11

Open deze lesJe kunt Gynzy gratis uitproberen.
Teacher
Kids

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Introductie

Je activeert de voorkennis door te bepalen hoeveel geld er op de kaartjes staat. Draai het kaartje om voor het antwoord.

Hoe tel je het biljet van 5 euro en de munt van 2 euro handig bij elkaar op?

Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat als je kunt tellen hoeveel geld je hebt, je weet hoeveel geld er in de portemonnee zit.

Instructie

methodLesson=52806
Leg uit dat er verschillende geldstukken zijn. Je hebt briefgeld, dat wordt ook wel een biljet genoemd. Op het digibord zie je biljetten van 20, 10 en 5 euro en muntgeld van 1 en 2 euro.

Welk geldstuk is het meest waard? En het minst?
Welke geldstukken ken je nog meer? Ken je ook geldstukken die minder waard zijn dan 1 euro?

screenshots
Leg uit dat je bij het tellen van geld start met het geldstuk met de meeste waarde. Je start met de 10 euro, dan de 5 euro. Vervolgens tel je de munt erbij op. Als je het geld aanvult, tel je door tot het totale aantal dat je moet hebben. Als je 20 euro nodig hebt en je hebt al 11 euro, dan tel je verder tot 20 om te berekenen hoeveel euro je nog meer nodig hebt. Laat het voorbeeld zien. Oefen vervolgens met het tellen van het geld.

Hoe tel je de geldstukken van 10, 5 en 1 euro bij elkaar op?
Bedenk met welke geldstukken je nog meer 16 euro kunt maken.

Oefen verder met het tellen van geld. Klik op het juiste bedrag. Oefen vervolgens met het aanvullen tot 20 euro. Tel eerst het bedrag en vul vervolgens aan door de juiste geldstukken er naartoe te slepen.

Hoeveel geld heb je nodig om van 5 euro aan te vullen tot 20 euro?
Bedenk 2 manieren om 5 euro aan te vullen tot 20 euro.

Leg uit dat als je gepast betaalt, de geldstukken opgeteld precies het bedrag samen zijn. Oefen vervolgens met het gepast betalen. Sleep de biljetten en munten naar het product dat gekocht wordt.
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe ze geld tellen. Laat ze eerst vertellen welke geldstukken ze kennen. Vraag vervolgens hoe ze het geld handig tellen. Onder het afdekvlak staan geldstukken om ze te ondersteunen met het uitleggen van het handig optellen van geld.

Verwerking

Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.

Verlengde instructie

screenshots
Leg uit met welke biljetten en munten de leerlingen leren rekenen. Benoem de geldstukken en wijs ze aan. Leg uit dat ze van meest naar minst gesorteerd staan. Als je geld telt, begin je met het geldstuk met de meeste waarde. Oefen vervolgens met het tellen van geld. Sleep verschillende bedragen naar het vak. Laat leerlingen de bedragen tellen. Controleer met de knop ‘berekenen’. Laat leerlingen ook bedragen slepen in het vak. Vervolgens oefen je met het aanvullen tot 20 euro. Sleep de biljetten en munten naar de bedragen om samen 20 euro te vormen.

Welke stappen zet je om 6 euro aan te vullen tot 20 euro?

Afsluiting

Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen hoeveel euro er nodig is om 11 euro aan te vullen tot 20 euro. Laat ze verwoorden hoe ze dit berekenen. Speel vervolgens een winkel na. Dit kan met het geld op het digibord of met geld. Draai de draaischijf en bepaal wat er gekocht wordt. Betaal de producten gepast.

Over Gynzy

De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!