Groep 3, Blok 4, Week 1, Les 4

Groep 3, Blok 4, Week 1, Les 4

Open deze lesJe kunt Gynzy gratis uitproberen.
Teacher
Kids

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Introductie

Je activeert de voorkennis door het bepalen van meer of minder tot en met 20. Deel getalkaartjes tot en met 20 uit en laat de leerlingen rondlopen. Wanneer de leerkracht stopt zegt, staan de leerlingen stil en vergelijken ze het getalkaartje met het getalkaartje van de klasgenoot naast zich. Ze bepalen welk getal meer is, vervolgens lopen ze weer door tot de leerkracht weer stop zegt.

Welk getal is altijd meer dan de andere getallen? En welk getal is altijd minder?

Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat tellen belangrijk is wanneer je het juiste aantal kaarsjes op de taart van de jarige wilt zetten.

Instructie

methodLesson=52562
Leg uit dat er 50 vlaggen hangen tussen de palen. Tel de vlaggen samen en wijs ze aan. Oefen met de getallen door de getallen op te noemen en de leerlingen de getallen aan te laten wijzen of op te schrijven.
Oefen vervolgens met het tellen tot en met 50. Laat de leerlingen hardop meetellen en stop na ongeveer 10 tot 15 getallen. Oefen ook met het terugtellen vanaf 50.
screenshots
Leg uit wat buurgetallen zijn. Dit zijn de getallen die voor het getal en na het getal staan. Leg uit dat je de buurgetallen vindt door 1 verder te tellen en door 1 terug te tellen. Oefen het bepalen van de buurgetallen met de leerlingen.

Hoeveel buurgetallen heeft het getal 20? Welke buurgetallen heeft dit getal?
Welke buurgetallen heeft het getal 1?

screenshots
Oefen daarna met het invullen van de telrij tot en met 50. Tel heen en terug om de getallen te bepalen en bespreek dat de leerlingen de getallen ook met behulp van de buurgetallen kunnen invullen. Dit kan bijvoorbeeld door de buurgetallen van 38 te bepalen.

Wanneer is het handig om de buurgetallen te bepalen en wanneer is het handig om verder of terug te tellen?
Kan een getal ook minder dan 2 buurgetallen hebben?

Controleer of de leerlingen begrijpen hoe ze de buurgetallen bepalen door te vragen welke stappen ze zetten om deze te bepalen. Daarnaast vraag je hoeveel buurgetallen 40 heeft.

Verwerking

Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.

Verlengde instructie

Leg uit dat er 50 vlaggen tussen de palen hangen. Tel de vlaggen samen met de leerlingen en klik de afdekvlakken één voor één weg. Wijs de getallen aan. Oefen met het invullen van getallen. Laat de leerlingen de ogen sluiten en verberg één of meerdere getallen. Vraag de leerlingen te bepalen welke cijfers onder het blad staan. Vraag ze ook hoe ze daar achter zijn gekomen.
Oefen vervolgens verder met het invullen van de telrij. Tel samen de vlaggetjes en vul de juiste getallen in. Vul daarna de buurgetallen in van de ballonnen. Gebruik ook hier het heen- en terugtellen.

Wanneer is het handig om terug te tellen?

Afsluiting

Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen hoe ze het getal in de telrij weten en wat de buurgetallen zijn. Oefen vervolgens met getalkaarten tot en met 50. Deel de getalkaarten uit en laat de leerlingen rondlopen. Geef ze eerst de opdracht om opzoek te gaan naar de buurgetallen. Laat ze vervolgens de telrij heen en de telrij terug maken.

Over Gynzy

De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!