Bewerkingen met optellen en aftrekken t/m 20
Bewerkingen met optellen en aftrekken t/m 20

Bewerkingen met optellen en aftrekken t/m 20

Open deze lesJe kunt Gynzy gratis uitproberen.

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Algemeen

De leerlingen leren om sommen met drie getallen met zowel optellen als aftrekken op te lossen. Ze leren verschillende manieren om dit soort sommen aan te pakken. Ook leren ze hoe ze de som uit een verhaal moeten halen.

Belang

Het is belangrijk dat de leerlingen verschillende manieren leren om een som met optellen en aftrekken in één som op te lossen, omdat ze zo snel en handig zo'n som kunnen uitrekenen.

Introductie

De leerlingen leggen met behulp van de blokjes de sommen neer. Ze kunnen de blokjes naar het middelste vlak slepen. Vervolgens rekenen ze de sommen uit. Eventueel kunnen de leerlingen de sommen met MAB materiaal op hun eigen tafel neerleggen.

Instructie

Laat zien dat de getallenlijn tot 20 is. Eventueel kun je leerlingen vragen hoeveel één streepje is of welk getal er bij de plek op de getallenlijn hoort. Leg uit hoe je een som met optellen en aftrekken aanpakt. Gebruik hiervoor de voorbeeldsom 4+5-3. Laat met behulp van de getallenlijn zien dat 4 + 5 = 9 is. Vervolgens laat je zien dat je via de onderkant van de getallenlijn er 3 afhaalt. Het antwoord is nu 6. Benadruk dat je bij dit soort sommen goed moet letten op de plek van het plus- en minteken. Nu laat je de som nog een keer zien, maar begin je eerst met aftrekken. Laat met behulp van de getallenlijn zien hoe je de som uitrekent. Benadruk dat het antwoord van de som hetzelfde blijft. Leg uit dat je bij dit soort sommen mag kiezen of je eerst optelt of eerst aftrekt. Kijk hiervoor goed naar welke getallen je handig kunt optellen of aftrekken. In de volgende oefening maken de leerlingen een aantal sommen met optellen en aftrekken. Laat nu de volgende som op het bord zien. Eventueel kun je vragen of leerlingen het verschil zien met de vorige sommen. Deze sommen beginnen met aftrekken. Herhaal de instructie zoals bij de sommen die met optellen beginnen. Benadruk ook hier dat er twee manieren zijn om zo'n som aan te pakken. Vervolgens oefenen de leerlingen met sommen die met aftrekken beginnen.
Laat de som 5 + 9 - 5 zien. Controleer of ze beide oplossingsmanieren kunnen benoemen; Eerst beginnen met optellen of eerst beginnen met aftrekken. Vraag welk getal handig is om er bij te doen of eraf te halen. In deze som is de 5 handig, omdat 5-5 een makkelijkere som kan zijn dan 5+9. Benadruk dat dit niet voor iedereen zo hoeft te zijn. Leg vervolgens uit hoe leerlingen deze sommen maken met overschrijding door eerst naar de 10 te rekenen. Leg ook hier beide manieren uit en benadruk dat je kijkt welke manier voor jou handig is. Vervolgens oefenen de leerlingen met optel- en aftreksommen met een overschrijding. Oefen daarna samen bewerkingen met optellen en aftrekken in verhaalvorm. Leg uit hoe je de som uit het verhaal met de snoepjes haalt. Laat zien dat de som 5 + 7 - 8 wordt. Reken vervolgens de som uit. Lees het verhaal met de blikjes voor of laat het verhaal voorlezen door een leerling. Haal eerst de som uit het verhaal: 12 - 2 + 4. Doe dit in stappen door de blikjes in het vak te slepen. Zo wordt de som ook visueel gemaakt. Schrijf de som erbij en reken hem uit. Bij de laatste verhaalsom proberen de leerlingen zelf de som uit het verhaal te halen. Eventueel kan de som visueel worden aangeboden door het afdekvlak opzij te schuiven. Laat de leerlingen nu de som uitrekenen.

Controleer of de leerlingen weten hoe ze bewerkingen met optellen en aftrekken t/m 20 kunnen maken met de volgende vragen:
- Hoe pak je een som met optellen en aftrekken handig aan?
- Hoe pak je een som met aftrekken en optellen handig aan?
- Waar let je op?
- Wat is handig om eerst te doen?
- Welke manier gebruik jij?
- Hoe pak je een som aan die in een verhaal staat?

Inoefening

Eerst gaan de leerlingen aan de slag met een som die begint met optellen en dan aftrekken. In de volgende oefening maken ze een som die begint met aftrekken en dan optellen. In de derde oefening moeten ze de som uit het verhaal halen en uitrekenen.

Afsluiting

Controleer of de leerlingen de instructie hebben begrepen door te vragen hoe ze handig een som met optellen en aftrekken kunnen uitrekenen. Kunnen ze de beide oplossingsmanieren benoemen? Benadruk dat het per leerling en per som kan verschillen welke manier het handigst is. Stel ook vragen over de aanpak van een verhaalsom. Hoe haal je de som uit het verhaal? Waar let je op? Als laatste gaan de leerlingen aan de slag met een oefening, waarbij ze zelf sommen maken met optellen en aftrekken. Het fruit en de cupcake kunnen gebruikt worden om zelf een som te maken. Iedere voorwerp heeft ook een lege/opgegeten variant. Dit kan gebruikt worden om af te trekken. Als voorbeeld kunnen er 6 kersen boven de jongen gesleept worden, waarvan er 3 nog maar een steeltje zijn. Bij het meisje kunnen er 4 kersen gezet worden. De som wordt dan 6 - 3 + 4.

Aandachtspunten

Leerlingen die moeite hebben met het optellen en aftrekken en/of het rekenen over het tiental, oefenen eerst het optellen en aftrekken met twee getallen. Hierbij gebruiken ze de getallenlijn als visuele ondersteuning. Laat zien dat je het optellen of aftrekken in stapjes kunt doen, door eerst naar de 10 toe te gaan. Ook het MAB materiaal kan als ondersteuning gebruikt worden.

Instructiemateriaal

MAB-materiaal, getallenlijn

Over Gynzy

De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!