Rekenen met km/u met kilometers en minuten

Rekenen met km/u met kilometers en minuten

-

Open deze lesJe kan Gynzy gratis uitproberen.
Rekenen met km/u met kilometers en minuten
Teacher
Kids

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Algemeen

De leerlingen leren rekenen met km/u met kilometers en minuten.

Belang

Het is handig om te kunnen rekenen met kilometers en minuten, omdat je zo kunt bepalen hoelang je onderweg bent, welke afstand je hebt afgelegd of met welke snelheid je hebt gereden.

Introductie

Laat de leerlingen de tabel afmaken door de afstand, tijd en snelheid te berekenen met behulp van km/u.

Instructie

Bespreek het belang van het kunnen rekenen met km/u met kilometers en minuten. Leg uit dat snelheid wordt aangegeven in kilometers per uur. Afgekort wordt kilometer per uur opgeschreven als km/u. Om te rekenen met kilometer minder dan een uur deel je het uur (60) minuten op. Zo leg je in 30 minuten de helft van de afstand af. In een kwartier een kwart van de afstand. Op deze manier kun je ook 10 minuten berekenen. In dit geval deel je 60 : 6 op om op 10 minuten uit te komen. Je deelt dus ook de snelheid door 6 om te weten welke afstand is afgelegd binnen 10 minuten. Laat de som met de auto die 90 km/u rijdt zien. Leg uit dat een handige manier om 20 minuten uit te kunnen rekenen is door eerst 10 minuten uit te rekenen. Om 10 minuten uit te rekenen deel je door 6. Nu deel je het aantal kilometer ook door 6 (90 : 6 = 15). In 10 minuten rijdt de auto dus 15 km. In de volgende stap vermenigvuldig je met 2 om op 20 minuten uit te komen. Het aantal kilometer vermenigvuldig je ook met 2. In 20 minuten rijdt de auto dus 30 km. Vervolgens maak je samen met de leerlingen de volgende som. Leg uit hoe je de tijdsduur kunt uitrekenen aan de hand van de afstand. Als je de snelheid weet, in dit geval 20 km/u, dan weet je dat de fietser 20 kilometer aflegt in 60 minuten. De helft van de afstand leg je af in de helft van de tijd. 5 km is een kwart van de afstand, dus leg je die afstand ook af in een kwart van de tijd. Vervolgens maken de leerlingen de som in een tabel. Leg bij de verhaalsom uit dat je 80 km in 60 minuten gaat omrekenen naar 15 minuten. Door 60 te delen door 4 kom je op 15 minuten uit. Nu deel je ook het aantal kilometers door 4. Gerda heeft dus 20 km afgelegd in 15 minuten. Laat de leerlingen nu de sommen zelfstandig maken. Vertel dat Bert naar de supermarkt rijdt. Tussendoor heeft hij een pauze van 10 minuten. Leg uit dat je eerst uitrekent hoeveel tijd het kost om die afstand af te leggen. Zo deel je 80 handig door 10 om op 8 km uit te komen. Nu deel je de tijd ook door 10 (60 : 10 = 6). Bert legt dus 8 km af in 6 minuten. Maar Bert neemt ook nog 10 minuten pauze. Dit aantal minuten tel je erbij op (6 + 10 = 16). Bert is dus 16 minuten onderweg. Daarna maken de leerlingen weer een som.

Controleer of de leerlingen kunnen rekenen met km/u met kilometers en minuten, door de volgende vraag te stellen:
- Hoe weet je hoeveel minuten een bepaalde afstand duurt als je de km/u weet?

Inoefening

In de eerste opgave rekenen de leerlingen uit hoelang Tim heeft gereden. Bij de tweede opgave rekenen de leerlingen uit hoeveel kilometer er is afgelegd. In de derde opgave rekenen ze het aantal minuten uit.

Afsluiting

Bespreek nogmaals het belang van het kunnen rekenen met km/u met kilometers en minuten. Als afsluiting kun je de leerlingen in groepjes laten werken om uit te rekenen of de rode, blauwe en grijze auto moeten stoppen voor het stoplicht, omdat hij op rood (en oranje staat) of mag doorrijden omdat het stoplicht op groen staat. Het stoplicht gaat in 5 minuten van groen naar rood. De eerste 2 minuten staat hij op groen, de derde minuut staat hij op oranje en de 4de en 5de minuut staat hij op rood. Benadruk dat het stoplicht de 6de en 7de minuut dus weer op groen staat enzovoorts. Als een auto dus bijvoorbeeld in 12 minuten de afstand (15 km) heeft afgelegd, dan staat het stoplicht op de 12de minuut nog op groen.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met het rekenen met km/u met kilometers en minuten eerst oefenen met het begrip kilometer per uur. Laat zien dat het gaat om de afstand die je per uur aflegt uitgedrukt in kilometers. Oefen door middel van dubbelen en halveren het berekenen van km/u. Begin met 10 km per 1 uur. Hoeveel kilometer is er afgelegd na 2 uur? En na 3 uur?

Over Gynzy

Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!