Rekenen met een tabel met getallen t/m 1000

Rekenen met een tabel met getallen t/m 1000

Open deze lesJe kan Gynzy gratis uitproberen.
Rekenen met een tabel met getallen t/m 1000
Teacher
Kids

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Algemeen

Leerlingen leren het uitvoeren van berekeningen met gegevens tot en met 1000 uit een tabel.

Belang

Het is handig om berekeningen met gegevens uit een tabel te kunnen uitvoeren. Zo kun je bijvoorbeeld uitrekenen hoeveel kaartjes er in de laatste twee jaar zijn verkocht.

Introductie

Laat de leerlingen uit de tabel aflezen hoeveel auto's er geparkeerd stonden op dinsdag en vrijdag. Daarna proberen de leerlingen antwoord te geven op de vraag op welke dag de meeste auto's stonden geparkeerd.

Instructie

Laat de tabel zien. Leg uit dat je eerst in de tabel de getallen gaat zoeken die bij donderdag, vrijdag en zaterdag horen. Dat zijn 100, 300 en 400. Vervolgens leg je uit dat je het totaal wilt weten, dus je maakt een optelsom. De som wordt dan 100 + 300 + 400 =. Laat vervolgens de som uitrekenen. Bespreek met de leerlingen handige manieren om de som op te lossen. Oefen vervolgens samen met de leerlingen de volgende som. Laat de opdracht met het aantal vluchten zelfstandig maken. Laat de tabel met de inkomsten van het bedrijf zien. Zoek eerst de getallen op uit de tabel van de jaren 2017 en 2019. Dat zijn 820 en 530. Benadruk dat je wil weten hoeveel minder inkomsten het bedrijf had in 2019 ten opzichte van 2017. Je kunt de minsom 820 - 530= maken of de plussom: 530 + ... = 820. Laat vervolgens voor beide sommen een manier zien om de som handig uit te rekenen. Bespreek ook hier eventueel meerdere handige manieren om de som op te lossen. Oefen samen met de leerlingen de som met de fietsers en laat de som met de motoren weer zelfstandig maken.

Controleer of de leerlingen berekeningen kunnen uitvoeren met gegevens tot en met 1000 uit een tabel, door de volgende vraag te stellen:
- Hoe kun je berekeningen uitvoeren met gegevens uit deze tabel?

Inoefening

De leerlingen maken eerst een opgave, waarbij ze het totaal aantal inkomsten op moeten tellen. Bij de tweede opgave moeten ze het aantal appels optellen van bepaalde dagen. In opgave drie moeten ze aangegeven hoeveel frietjes in totaal werden gemaakt.

Afsluiting

Bespreek met de leerlingen het belang van het kunnen uitvoeren van berekeningen met gegevens tot en met 1000 uit een tabel. Als afsluiting kun je de leerlingen, eventueel in tweetallen, zelf berekeningen laten maken op basis van de getallen uit deze tabel. Gebruik de twee voorbeelden van de kinderen.

Aandachtspunten

Leerlingen die moeite hebben met het het uitvoeren van berekeningen met gegevens tot en met 1000 uit een tabel kunnen eerst oefenen met het aflezen van de juiste gegevens uit een tabel. Leg daarbij de relatie tussen het getal en wat er boven staat (bijvoorbeeld) de dag uit. Als de leerling de juiste gegevens uit de tabel kan halen, oefen dan met het maken van de juiste som. Let hierbij op de woorden: in totaal en meer/minder. Als een leerling moeite heeft met het uitrekenen van de som, laat de leerling dan oefenen met het optellen en aftrekken van twee getallen tot en met 1000.

Over Gynzy

Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!