Hoofdrekenend vermenigvuldigen met de tafels

Algemeen

De leerlingen leren hoofdrekenend vermenigvuldigen met de tafels.

Belang

Het is handig om hoofdrekenend te kunnen vermenigvuldigen met tafels, omdat je zo op een handige manier snel kunt vermenigvuldigen. Dit is belangrijk om grotere sommen te kunnen maken.

Introductie

Laat de leerlingen de keersommen oplossen.

Instructie

Leg uit dat je bij hoofdrekenend vermenigvuldigen sommen op een handige manier uit het hoofd kunt maken. Benadruk dat je bij deze les geen kladblaadje gaat gebruiken. Laat zien dat je de tafelsommen op verschillende manieren kan oplossen. Je kijkt dus per som wat voor jou de handigste manier is om de som op te lossen. Een manier om dit te doen is door te verdubbelen. Gebruik het voorbeeld van 6 × 7. Als je het antwoord op 3 × 7 wel weet, dan kun je door te verdubbelen handig achter de uitkomst van 6 × 7 komen. Een andere manier is door een som te halveren. Als je het antwoord op 10 × 9 weet, dan kun je door te halveren handig achter de uitkomst van 5 × 9 komen. Vervolgens laat je zien hoe je via één keer meer en één keer minder handig tafelsommen kunt vermenigvuldigen. Bespreek 9 × 6, vraag op welke manier ze deze tafelsom handig hoofdrekenend kunnen uitrekenen. Laat daarbij de manieren van de kinderen zien door de afdekvlakken weg te schuiven. De volgende drie sommen kunnen je samen met de leerlingen maken en bespreken. De drie daarop volgende sommen kunnen de leerlingen zelfstandig maken. Laat de verhaalsom zien. Loop samen de stappen van de verhaalsom door en laat ze de volgende twee verhaalsommen zelfstandig uitrekenen.

Controleer of de leerlingen hoofdrekenend kunnen vermenigvuldigen met de tafels, door de volgende vraag te stellen:
- Hoe zou jij de som 7 × 9 hoofdrekenend vermenigvuldigen?

Inoefening

De leerlingen maken eerst twee kale tafelsommen, vervolgens maken ze een som in een verhaalvorm.

Afsluiting

Bespreek nogmaals het belang van het hoofdrekenend vermenigvuldigen met de tafels. Als afsluiting laat je de leerlingen de sommen oplossen. Bespreek daarbij met de leerlingen welke manier ze hebben gebruikt en waarom.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met het hoofdrekenend vermenigvuldigen met tafels, eerst oefenen met de tafels 1 tot en met 10.