Herkennen van eenvoudige lijnspiegeling

Algemeen

Leerlingen leren het herkennen van eenvoudige lijnspiegeling.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het handig is als je kunt herkennen welke figuren hetzelfde zijn als je het spiegelt. Je weet dan wanneer beide helften precies hetzelfde zijn.

Introductie

Laat de leerlingen voorwerpen zoeken in de klas met dezelfde vorm als de figuren op het digibord. Vraag vervolgens of de leerlingen ook weten hoe de figuren heten (kubus, bol en balk).

Instructie

Leg uit dat een figuur lijnsymmetrie heeft als het figuur hetzelfde blijft als je een spiegel in het midden zou zetten. Laat vervolgens een aantal figuren op het digibord zien. Deel eventueel een blad uit met deze figuren of laat leerlingen de figuren natekenen, zodat de leerlingen direct mee kunnen doen. Bespreek per figuur wat er gebeurt als je een spiegel in het midden van het figuur zet. Er zijn een aantal figuren waarbij wel sprake is van lijnsymmetrie en een aantal figuren waarbij dit niet het geval is. Geef iedere leerling een blad met een driehoek erop en een spiegel. Geef aan dat je de spiegel in het midden van het figuur kunt zetten om te controleren of er sprake is van lijnsymmetrie. Vervolgens bespreken de leerlingen in tweetallen of de figuren op het digibord lijnsymmetrie hebben of niet. Daarna moeten de leerlingen aangeven welke figuren geen lijnsymmetrie hebben en sleep je deze figuren naar de container. Tot slot is er een figuur te zien waarbij de leerlingen moeten aangeven waar de juiste spiegeling te zien is. Deel een blad uit of laat de leerlingen deze figuren natekenen, zodat ze met een spiegel kunnen controleren waar de juiste spiegeling te zien is.

Controleer of de leerlingen lijnsymmetrie kunnen herkennen met de volgende vragen:
- Wat is lijnsymmetrie?
- Welk hulpmiddel kun je gebruiken om te zien of een figuur lijnsymmetrie heeft of niet?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met het bepalen of een figuur lijnsymmetrie heeft. Daarna moeten ze aangeven welke figuren lijnsymmetrie hebben. Tot slot moeten ze aangeven welke spiegeling de juiste is.

Afsluiting

Je bespreekt met de leerlingen nog eens dat het handig is als je kunt herkennen welke figuren hetzelfde zijn als je het spiegelt. Laat de leerlingen aangeven welk kind de juiste spiegeling laat zien.

Aandachtspunten

Wanneer leerlingen moeite hebben met het herkennen van lijnsymmetrie, kun je hen eerst laten oefenen met behulp van een spiegel. Daarna kunnen ze oefenen zonder spiegel.

Instructiemateriaal

Spiegels, een blad met de vier figuren uit de instructie en een blad met een driehoek.