8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door leerlingen het missende rekenteken naar de som te laten slepen. Hierbij rekenen ze van links naar rechts.
Hoe bepaal jij welk rekenteken ontbreekt in de som?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat als je weet wat negatieve getallen zijn, je temperaturen onder 0 graden bij elkaar kunt optellen, van elkaar kunt aftrekken en het verschil ertussen kunt bepalen.
Leg uit wat negatieve getallen zijn. Negatieve getallen zijn getallen onder 0. Je herkent negatieve getallen aan het −teken. Laat de negatieve getallen zien op de getallenlijn en bespreek dat de getallenlijn links naast de 0 oneindig ver doorloopt. De getallen boven 0 zijn positieve getallen. Laat dit zien op de getallenlijn. Het getal 0 is een neutraal getal. Dit betekent dat het niet positief is, maar ook niet negatief.
Waar kom je negatieve getallen tegen?
Als het −20 graden is, is het dan kouder of warmer dan wanneer het −25 graden is? Leg uit.
Leg uit hoe je optelt met negatieve getallen. Laat de som −4 + 5 zien op de getallenlijn. Bespreek dat je bij optelsommen altijd sprongen naar rechts maakt, omdat de uitkomst groter wordt. Daarna leg je uit hoe je aftrekt met negatieve getallen. Laat ook dit zien op de getallenlijn. Bij aftreksommen maak je altijd sprongen naar links, omdat de uitkomst kleiner wordt. Oefen met het optellen en aftrekken met negatieve getallen.
Teken de som −5 + −3 op een getallenlijn.
Leg uit waarom een + en − samen een − worden.
Leg uit hoe je het verschil bepaalt met negatieve getallen. Je telt eerst naar 0 en vanaf daar verder. De sprongen die je maakt, tel je bij elkaar op. Laat dit zien op de getallenlijn. Laat leerlingen hiermee oefenen. Besteed bij het oefenen aandacht aan het bepalen van het verschil tussen 2 negatieve getallen. Je kunt het minteken dan weglaten.
Reken uit wat het verschil is tussen 3 en 11. Wat valt je op?
Wat is het verschil tussen −118 en −197?
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe ze rekenen met negatieve getallen door ze de 6 sommen te laten uitrekenen en naar de goede plaats op de getallenlijn te laten slepen.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Herhaal de betekenis van negatieve getallen en bespreek het verschil met positieve getallen. Gebruik de getallenlijn ter ondersteuning. Leg vervolgens uit hoe je optelt met negatieve getallen. Gebruik de getallenlijn. Bespreek dat je altijd sprongen naar rechts maakt, omdat de uitkomst groter wordt. Leg daarna uit hoe je aftrekt met negatieve getallen met behulp van de getallenlijn. Bij het aftrekken maak je altijd sprongen naar links. Oefen hiermee. Gebruik de getallenlijn. Bespreek daarna het bepalen van het verschil met negatieve getallen. Tel eerst naar 0 en vanaf daar verder. Oefen hiermee.
Hoeveel sprongen maak je op de getallenlijn bij het verschil tussen −3 en −1?
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen hoe je het verschil bepaalt tussen −11 en 23. Bekijk daarna de weerkaart van Nederland met temperatuur en laat leerlingen de stellingen beantwoorden.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.