8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door de leerlingen in een kring te laten staan en zelf in het midden met een bal te gaan staan. Noem een verhouding of percentage en gooi de bal naar een leerling. Deze leerling benoemt het percentage of de verhouding wat evenveel is. De leerling gooit de bal terug.
Hoe reken je van een verhouding naar een percentage?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat als je een percentage kunt berekenen, je weet welk kortingspercentage hoort bij een oude prijs en kortingsbedrag.
Bespreek de betekenis van een kortingspercentage, een prijsverhoging en het verschil hiertussen aan de hand van de voorbeelden. Bij een kortingspercentage gaat er een bedrag van de oude prijs af, waardoor je minder hoeft te betalen. Bij een prijsverhoging komt er een bedrag bij de oude prijs bij, waardoor je meer moet betalen.
Leg uit hoe je een kortingspercentage en een percentage prijsverhoging berekent. Hiervoor heb je de oude prijs en het kortingsbedrag of de prijsverhoging nodig. Laat op de procentenstrook zien hoe de percentages en bedragen zich tot elkaar verhouden en welk percentage (korting of prijsverhoging) je gaat berekenen. Eerst reken je 1% uit van de oude prijs. Vervolgens deel je het kortingsbedrag of de prijsverhoging door deze 1% van de oude prijs. Oefen hiermee.
Welke stappen zet je om de korting te delen door 1% van de oude prijs?
Welke breuk hoort er bij het percentage?
Leg het rekenen met verhoudingen uit. Gebruik de tabel om de uitkomst te berekenen. Leg uit dat je met de verhoudingstabel hebt berekend hoeveel vogels wél eieren hebben gelegd. Dit aantal moet je dus nog aftrekken van het totale aantal vogels. Geef aan dat je kunt rekenen met verhoudingen zonder verhoudingstabel. Hiervoor deel je het totaal door het tweede getal van de verhouding. Dit vermenigvuldig je met het eerste getal van de verhouding. Oefen hiermee.
Waarom moet je het totale aantal broodjes weten om de verhouding te kunnen bepalen?
De bakker verkocht naast de broodjes kaas en ei, ook nog 16 broodjes ham. Welke verhouding hoort dan bij het aantal broodjes kaas?
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe ze een kortingspercentage moeten berekenen door te vragen wat er mis gaat in de berekening van het meisje.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Leg uit hoe je een kortingspercentage en het percentage prijsverhoging bepaalt. Gebruik hierbij de procentenstrook om te laten zien welke geldbedragen er bij de percentages horen. Benadruk dat leerlingen eerst goed moeten lezen of het om een korting of prijsverhoging gaat. Reken eerst 1% uit van de oude prijs. Daarna deel je het kortingsbedrag of de prijsverhoging door deze 1% van de oude prijs. Dit is de uitkomst. Oefen hiermee.Bespreek hierna het rekenen met verhoudingen. Maak hierbij telkens gebruik van de verhoudingstabel om te laten zien wat je berekent. Laat leerlingen hiermee oefenen.
Hoeveel jongens zijn er dan lid van de hockeyclub?
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen hoe je een verhouding bepaalt. Daarna laat je de leerlingen het juiste kortingspercentage naar de aanbieding slepen. Er blijven 2 percentages over.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.