8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door leerlingen tijden op de analoge klok te laten verbinden met de tijden op de digitale klok.
Hoe laat is het als het 3 uur, 18 minuten en 54 seconden later is dan op de eerste klok? Schrijf de digitale tijd op.
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat wanneer je een stopwatch gebruikt om tijd te meten, je weet hoe lang iemand erover doet om de finish te halen.
Leg uit dat je op de stopwatch 3 soorten getallen hebt. De getallen voor de punt zijn de minuten, de getallen na de punt zijn de seconden en de getallen na de komma zijn de honderdste seconden. Vertel dat de honderdste seconden tot de 100 gaan, daarna verspringen de hele seconden.
Hoeveel honderdste seconden moeten erbij komen zodat de stopwatch op 09.12,00 staat?
Tel 1 minuut en 50 seconden bij de tijd op de stopwatch op.
Leg uit hoe je de tijd op een stopwatch afleest en hoe je ziet welke tijd sneller is dan een andere tijd. Vertel dat je eerst kijkt naar de minuten, dan naar de seconden en ten slotte naar de honderdste seconden. Oefen hiermee.
Bespreek hoe je moet rekenen met stopwatch-tijden met honderdste seconden. Vertel dat de minuten en de seconden tot 60 gaan en de honderdste seconden tot 100. Bespreek aan de hand van het voorbeeld dat je vanaf de laagste tijd aanvult tot de hoogste tijd. Eerst vul je aan tot de hele minuten. Vanuit daar vul je aan tot de hoogste stopwatch-tijd. De 2 stappen die je hebt gezet, tel je bij elkaar op. Oefen hiermee.
Tel de stopwatch-tijden van ronde 1 en 3 bij elkaar op.
Tel de stopwatch-tijden van ronde 1, 2 en 3 bij elkaar op.
Leg ten slotte het omrekenen van dagen, uren, minuten en seconden uit. Leg de verschillende sprongen uit die je kunt maken bij het omrekenen van tijd. Bespreek het verschil tussen delen en vermenigvuldigen. Oefen hiermee.
Leg uit waarom je vermenigvuldigt met 60.
Hoeveel seconden zitten er in 1 dag?
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe ze het verschil tussen 2 stopwatch-tijden met honderdste seconden moeten berekenen. Laat leerlingen verwoorden wat er fout gaat (er wordt gerekend tot honderd seconden).
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Laat de stopwatch zien en leg uit wat de minuten, seconden en honderdste seconden zijn. Benadruk dat de minuten en de seconden tot 60 gaan en de honderdste seconden tot 100. Oefen met het aflezen van de stopwatch-tijden. Leg vervolgens uit dat wanneer je het verschil moet berekenen tussen 2 stopwatch-tijden met honderdste seconden, je vanaf de laagste tijd aanvult tot de hoogste tijd. Start met het aanvullen tot hele minuten. Vanaf daar vul je aan tot het hoogste getal.
Wat is het verschil tussen de stopwatch-tijden 06.36,44 en 05.21,14?
Herhaal ten slotte de instructie over het omrekenen van dagen, uren, minuten en seconden. Oefen hiermee.
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen hoe je het verschil berekent tussen stopwatch-tijden met honderdste seconden. Sluit de les af door 2 teams opdrachten te laten uitvoeren en bij te houden hoelang zij hierover doen.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.