8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door de breuken aan het juiste percentage te koppelen. Je sleept de breuk op de basketbal naar het bijbehorende percentage op de basket.
1//10 is 10%. Welk percentage hoort bij 2//10?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je met een beelddiagram informatie overzichtelijk kunt weergeven, bijvoorbeeld hoeveel dieren er op de boerderij zijn.
Leg uit dat grafieken en diagrammen informatie schematisch weergeven. Hierdoor kun je in één oogopslag grote hoeveelheden informatie overzien. Bespreek de verschillende voorbeelden van grafieken en diagrammen. Benoem dat deze les de staafgrafiek en beelddiagram aan bod komen en de cirkeldiagram in de volgende les.
Bedenk een ander voorbeeld waar je een beelddiagram voor zou kunnen gebruiken.
Welke andere grafieken en diagrammen ken je? (bijvoorbeeld lijngrafiek, puntgrafiek)
Laat vervolgens zien hoe je een meervoudige staafgrafiek afleest en hoe je hiermee rekent. Bespreek eerst welke informatie staat weergegeven in de grafiek. De prijzen van 2 winkels worden met elkaar vergeleken bij 3 verschillende producten. Leg uit hoe je de vragen beantwoordt en stel zelf nog een aantal vragen aan de leerlingen over de grafiek. Laat de leerlingen hierna oefenen met de meervoudige staafgrafiek.
Deze staafgrafiek is op een andere manier weergegeven dan in het voorbeeld. Waarin zitten de verschillen?
Hoeveel stukjes hebben de kinderen in totaal van maandag tot en met vrijdag gelegd?
Ga hierna in op het tekenen van een meervoudige staafgrafiek. Het aantal jongens en meisjes dat op een bepaalde sport zit wordt met elkaar vergeleken. Onderaan de grafiek schrijf je de 3 verschillende sporten. Laat met 2 verschillende kleuren het verschil tussen jongens en meisjes per sport zien. Benadruk hoe een staaf getekend moet worden.
Leg vervolgens uit hoe je rekent met een beelddiagram. In een beelddiagram staan grote hoeveelheden door middel van figuren weergegeven. 1 figuur staat voor een bepaalde waarde. Deze waarde staat bovenaan het diagram. Leg uit hoe je uit het diagram afleest hoeveel van elke groente er is. Laat de leerlingen hierna oefenen met het beelddiagram.
Wat is het verschil tussen het meest en het minst bestelde drankje?
125 mensen bestellen melk. Hoe geef je dat weer in dit beelddiagram?
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe ze rekenen met een beelddiagram door te vragen wat de jongen fout doet. Het aantal dieren in het diagram moet nog vermenigvuldigd worden met 5.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Leg uit wat een meervoudige staafgrafiek en een beelddiagram zijn. Bespreek wat er te zien is in de verschillende grafieken. Stel de leerlingen verschillende vragen over het aflezen van de grafiek en het diagram. Laat de leerlingen vervolgens oefenen met het aflezen van en rekenen met de meervoudige staafgrafiek en het beelddiagram.
Er zijn ook 30 merels gezien in de tuin. Hoe geef je dat weer in dit beelddiagram?
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen welke informatie gehaald kan worden uit de meervoudige staafgrafiek. Vervolgens doe je samen met de klas een onderzoek naar de verschillen tussen lievelingskleuren bij jongens en meisjes. Vul eerst de tabel in door te vragen naar de lievelingskleuren van de leerlingen. De lege hokjes zijn voor eventuele extra kleuren. Maak daarna een bijpassende staafgrafiek. Laat de leerlingen meeschrijven en tekenen met de informatie op het bord.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.