8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door de leerlingen de breuken te laten omzetten naar de juiste percentages. Ze geven de vakjes met hetzelfde percentage de juiste kleur, waardoor een afbeelding ontstaat.
Als je weet welk percentage hoort bij 1//4 , hoe weet je dan handig welk percentage hoort bij 3//4?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je met percentages kunt laten zien hoeveel meer knikkers de jongen heeft dan zijn zusje.
Herhaal het berekenen van de nieuwe prijs met korting. Eerst bereken je het kortingsbedrag. De oude prijs is 100%. In het voorbeeld krijg je 20% korting. 100 : 5 = 20, dus de oude prijs wordt ook gedeeld door 5. 20% van 40 euro is 8 euro. Vervolgens wordt het kortingsbedrag van de oude prijs afgehaald. Het skateboard kost na de korting nog 40 - 8 = 32 euro. Laat de leerlingen hiermee oefenen.
Leg vervolgens uit hoe je een percentage erbij of eraf berekent. Eerst bereken je hoe groot het deel is dat erbij komt of eraf gehaald wordt. Het totaal is 100%. Vervolgens deel je 100% naar het gevraagde deel. In het voorbeeld is het deel 25%. 100 : 4 = 25. Het totaal wordt ook gedeeld door 4, dus 160 : 4 = 40. Vervolgens wordt het berekende deel opgeteld of afgetrokken van het totaal. In het voorbeeld wordt 40 dus opgeteld bij 160. Laat de leerlingen hiermee oefenen.
Leg aan een klasgenoot uit welke stappen je zet om het aantal zonuren in deze maand te berekenen.
De voorspelling is dat er volgende maand 75% meer zonuren zijn dan de 96 uur van vorige maand. Bereken het aantal uren zon van de volgende maand.
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe ze een percentage erbij of eraf berekenen door te vragen wat er fout gaat in de berekening. Alleen het deel is berekend, het deel moet vervolgens nog van het totaal afgehaald worden.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Herhaal hoe je een deel berekent met een percentage. Het totaal is 100%. In het voorbeeld reken je naar 10%. 100 : 10 = 10, dus het totaal wordt ook gedeeld door 10. 600 : 10 = 60, 10% van 600 is dus 60. Laat de leerlingen hiermee oefenen.
Vervolgens leg je uit hoe je een percentage erbij of eraf berekent. Eerst bereken je hoe groot het deel is dat erbij komt of eraf gehaald wordt. Het totaal is 100%. Vervolgens deel je 100% naar het gevraagde deel. In het voorbeeld is het deel 50%. 100 : 2 = 50. Het totaal wordt ook gedeeld door 2, dus 60 : 2 = 30. Vervolgens wordt het berekende deel opgeteld of afgetrokken van het totaal. In het voorbeeld wordt 30 dus opgeteld bij 60, waardoor je weet dat er 90 milliliter in de nieuwe flesjes zit. Laat de leerlingen hiermee oefenen.
Waardoor deel je 24 om erachter te komen hoeveel mensen er meer in de bus zitten?
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen welke stappen gezet moeten worden om tot de juiste uitkomst te komen. Daarna vullen de leerlingen de groeitabel in. Ze berekenen hoe groot de bloemen zijn geworden in week 2.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.