Groep 6, Blok INSTAP, Week 2, Les 8

Groep 6, Blok INSTAP, Week 2, Les 8

Open deze lesJe kan Gynzy gratis uitproberen.
Teacher
Kids

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Introductie

Je activeert de voorkennis door te oefenen met het aflezen van de hele en halve uren en de kwartieren op de analoge en digitale klok. Verdeel de klas in 2 teams en speel 3 op een rij. Om de beurt werpt het team de dobbelsteen. Laat ze een tijd kiezen uit de rij van de geworpen dobbelsteen en sleep een rondje naar de klok als de leerlingen de juiste tijd benoemen.

Welke klok vind jij fijner om de tijd van af te lezen? Waarom?

Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je door de analoge en digitale klok af te lezen erachter komt hoe laat het is.

Instructie

methodLesson=52388
Bespreek dat je de kwartieren en de 5 en 10 minuten kunt aflezen op analoge klokken. Herhaal kort hoe deze tijden worden weergegeven op de klok. Benadruk dat je 5 of 10 minuten voor en over het hele en het halve uur kunt hebben.

Hoe zie je op de klok of het 5 over half of 5 voor half is?
Hoe laat is het als het nog 25 minuten duurt voordat het 1 uur is?

methodLesson=52388
Vervolgens bespreek je dat je kwartieren en 5 en 10 minuten ook op een digitale klok kunt weergeven. Ga daarbij eerst in op de kwartieren. Benoem vervolgens welke tijden met 5 en 10 minuten op de klokken staan weergegeven.
Herhaal dat een digitale klok lage en hoge tijden weergeeft. Op deze manier zie je aan de hand van de digitale tijd of het ochtend, middag, avond of nacht is. Benadruk dat je bij een digitale klok na de 12 verder telt met 13, 14 enzovoorts. Op een analoge klok wordt er geen onderscheid gemaakt tussen lage en hoge tijden.
Laat de leerlingen vervolgens oefenen met het slepen van de tijden naar de juiste klok en het slepen van de klokken van vroeg naar laat. Laat de leerlingen per klok de tijd uitspreken die erbij hoort.

Hoe zie je op de analoge en op de digitale klok of het 5 over half of 5 voor half is?
Tussen welke klokken zou je een klok plaatsen met de tijd 10 voor half 10?

Laat de leerlingen daarna oefenen met het aangeven van de tijden op de klokken.
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe je de analoge en digitale klok moet aflezen door te vragen of de leerlingen de tijd ook op deze manier zouden uitspreken. Vraag ook of de leerlingen weten welke digitale tijd nog meer past bij de gegeven tijd.

Verwerking

Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.

Verlengde instructie

methodLesson=52388
Leg uit hoe je 5 en 10 minuten afleest op analoge klokken. Ga daarbij in op het aantal minuten over of voor het hele en het halve uur. Bespreek de tijden die op de analoge klokken staan. Daarna bespreek je hoe je 5 en 10 minuten op digitale klokken weergeeft en geef je aan welke tijden op de digitale klokken staan.
Laat de leerlingen vervolgens oefenen met welke klok de juiste tijd weergeeft en de klokken op de juiste tijd zetten.

Wat is later: 10 minuten over half 7 of 10 minuten over 7? Waaraan kun je dit zien?

Afsluiting

Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen welke stappen ze zetten om erachter te komen of de klokken op de juiste tijd staan. Daarna wijs je steeds een digitale tijd aan en geven de leerlingen aan hoe laat dit is en welke analoge klok erbij hoort. Klik op de digitale en de analoge klok om deze te verbergen. Er blijft een analoge klok over. Vraag hoe je deze tijd weergeeft op de digitale klok (01:20 of 13:20).

Over Gynzy

Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!