Groep 6, Blok 9, Week 3, Les 13
8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Introductie
Je activeert de voorkennis door de coördinaten af te lezen en zo de wereldkaart compleet te maken. Sleep de puzzelstukken van de wereldkaart naar het juiste vak.
Leg uit welke stappen je zet om coördinaten af te lezen.
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat het handig is om een windroos te gebruiken om bijvoorbeeld te bepalen in welke richting je moet lopen.
Instructie
Leg uit dat je een windroos gebruikt om richtingen aan te geven. Je gebruikt een windroos bijvoorbeeld bij het kaartlezen of als je een kompas gebruikt.
Waar denk je dat de letters op een windroos voor staan?
Bedenk beroepen waarbij het belangrijk is als je weet hoe een windroos werkt. (schipper, piloot)
Vervolgens leg je uit dat de letters op een windroos staan voor de windrichtingen. Bespreek dat er 4 basis windrichtingen zijn: noord, oost, zuid en west. De windrichtingen tussen deze basis windrichtingen zijn combinaties hiervan, bijvoorbeeld zuid-oost ligt precies tussen zuid en oost in.
Laat daarna zien hoe je een windroos gebruikt door een eenvoudige plattegrond van de klas op het digibord te tekenen. Geef aan welke muur richting het noorden, oosten, zuiden en westen wijst. Ga vervolgens op een bepaalde plek in de klas staan en geef aan in welke richting je loopt. Teken deze lijn ook op de plattegrond.
Laat de leerlingen oefenen met een windroos door hier vragen over te stellen.
Benoem alle windrichtingen.
Als er gezegd wordt: de wind waait naar het zuidoosten, vanuit welke richting komt de wind dan?
Oefen ook met een windroos met een kaart van Nederland.
Benoem vervolgens dat de schaal iets zegt over de verhouding met de werkelijkheid. Zo is in het voorbeeld 1 centimeter op de kaart gelijk aan 2 kilometer in het echt.
Daarna laat je de leerlingen de route tekenen, waarbij ze de schaal en een windroos gebruiken.
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe je een windroos gebruikt door te vragen wat er fout is gegaan. Je moet precies de tegenovergestelde richting op, richting het zuidoosten.
Verwerking
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les.
Verlengde instructie
Leg uit wat een windroos is en wat de letters op een windroos betekenen. Bespreek dat er 4 basis windrichtingen zijn: noord, oost, zuid en west. De windrichtingen tussen deze basis windrichtingen zijn combinaties hiervan, bijvoorbeeld noord-west ligt precies tussen noord en west in.
Vervolgens teken je een eenvoudige plattegrond van de klas op het digibord of je schrijft de windrichtingen noord, oost, zuid en west op een papier en hangt dit op de muren in het klaslokaal. Leg uit hoe je aan de hand van een windroos bepaalt welke richting je op loopt en waar je uitkomt. Laat de leerlingen ook overleggen waar ze denken dat je uitkomt als je een bepaalde richting op loopt. Indien je de plattegrond van de klas hebt getekend, teken dan ook de route die je loopt op het digibord.
Laat de leerlingen hierna oefenen met een windroos door verschillende vragen over een windroos te stellen.
Hoe weet je welke richting bij het vraagteken hoort?
Afsluiting
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen hoe ze weten welke windrichting ze op lopen van de paarden naar de kippen. Daarna volgen de leerlingen de instructies en teken je deze route op het digibord. Bij de route kom je als eerst uit bij de olifanten, je loopt richting de giraffen naar de flamingo’s. Vanuit daar ga je naar de leeuwen en je eindigt bij de vlindertuin. Je bent niet bij het aquarium geweest.
Ontdek meer!
Over Gynzy
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.