8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door leerlingen het spiegelbeeld te tekenen. De leerlingen tekenen een half figuur op hokjespapier, waarbij ze zelf de vorm bedenken of een voorbeeld gebruiken van het digibord. Vervolgens tekent een andere leerling de rest van het figuur in spiegelbeeld.
Welke voorwerpen in de klas zijn symmetrisch?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je vaak in het behang een patroon terugziet. Als je dit patroon herkent, kun je een muur goed behangen.
Leg uit wat een patroon is. Benadruk de term ‘motief’. Dit is het stukje dat telkens terugkeert. In de voorbeelden is dat het stuk dat binnen het patroon omlijnd is.
Waar in de klas zie je een patroon?
Als je de tweede oranje driehoek omdraait en met de punt naar beneden zet, is het dan nog steeds een patroon? Waarom wel/niet?
Oefen hierna met het herkennen van het motief. Deze kennis passen de leerlingen toe bij het afmaken van patronen.
Ga hierna in op hoe patronen aangevuld moeten worden. Het is belangrijk dat de leerlingen eerst zien hoe lang het motief is. Dit motief herhaalt zich een aantal keer. In het voorbeeld bespreek je dat het motief zich eerst 5 keer herhaalt. De zesde keer dat het motief zich herhaalt, staat weergegeven. Op dit motief tel je verder.
Laat de leerlingen vervolgens oefenen met het aanvullen van patronen. Reken eerst uit welke kleur de 28e kraal heeft en sleep vervolgens de kralen om te laten zien welke kleur het is. Daarna oefenen ze met het aanvullen van patronen door te rekenen.
Wat is het motief als je overal de derde oranje ruit vervangt voor een blauwe ruit?
Stel dat het patroon met de sterren bestaat uit 120 schakels, hoe weet je dan hoe de laatste schakel eruitziet?
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe je een patroon aanvult door te vragen welke stappen er gezet zijn om te berekenen hoeveel groene kralen er nodig zijn voor de ketting.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Herhaal eerst wat een patroon en een motief zijn. Vervolgens vraag je de leerlingen of ze het motief herkennen en omcirkel het motief. Laat de leerlingen ook het patroon afmaken door de figuren aan de linkerkant te slepen of door het patroon verder te tekenen.
Leg vervolgens uit hoe je patronen aanvult. Maak daarbij gebruik van echte kralen of blokjes om te laten zien wat het motief is. Bespreek dat dit motief zich een aantal keer herhaalt. Op het motief van het getal dat je wilt weten, tel je verder om achter de gevraagde kleur te komen.
Vul hierna het patroon aan. Laat de leerlingen het patroon met blokjes of kralen namaken.
Verzin zelf een patroon met de verschillende figuren.
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen welke stappen ze zetten om erachter te komen welke kleur de 80e kraal heeft (roze).
Daarna laat je de leerlingen het vierkant vullen met het patroon. Sleep de driehoeken en vierkanten naar de juiste plek.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.