Groep 6, Blok 6, Week 1, Les 1

Groep 6, Blok 6, Week 1, Les 1

Open deze lesJe kan Gynzy gratis uitproberen.
Teacher
Kids

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Introductie

Je activeert de voorkennis door de breuk aan te vullen tot 1. Werp de dobbelstenen. Maak van deze 2 getallen de breuk en laat de leerlingen de breuk aanvullen. Herhaal dit een aantal keer.

Tel je de tellers of de noemers van de breuk op om te controleren of het een hele breuk vormt?

Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je kunt bepalen welke breuk groter is door de delen stokbrood met elkaar te vergelijken.

Instructie

Groep 6, Blok 6, Week 1, Les 1
Leg uit dat ongelijknamige breuken een andere noemer hebben.

Bedenk 2 breuken die ongelijknamig zijn.
Bedenk 2 breuken die ongelijknamig zijn en ver van elkaar af liggen. ( 1//8 en 99//100 )

Groep 6, Blok 6, Week 1, Les 1
Leg uit dat je breuken kunt vergelijken door breukenstroken te tekenen. De strook die het meest gevuld is, is groter. Je kunt ook beredeneren welke breuk groter is. Zo is 2//4 de helft en is 5//8 meer dan de helft, de helft is namelijk 4//8.
Oefen vervolgens met het vergelijken van breuken. Klik op de vakken om de breukenstroken te kleuren en te laten zien welke breuk groter is.

Op welke manieren kun je ongelijknamige breuken vergelijken? (breukenstroken tekenen/redeneren)
Bedenk een breuk die groter is dan 1//5 en kleiner is dan 2//3.

Groep 6, Blok 6, Week 1, Les 1
Leg vervolgens uit dat gelijkwaardige breuken even groot zijn maar een andere indeling hebben. Door de teller en de noemer te vermenigvuldigen met hetzelfde getal of te delen door hetzelfde getal kun je controleren of breuken gelijkwaardig zijn.
Daarna oefenen de leerlingen met het gelijkwaardig maken van breuken. Kleur de breukenstroken.

Hoe zie je dat een breuk gelijkwaardig is?
Welke breuken kun je bedenken die gelijkwaardig zijn aan 1//3? Probeer er 5 te bedenken.

Bespreek vervolgens de betekenis van verschillende wiskundige tekens. Als ezelsbruggetje kun je van het <-teken een k maken, de k van ‘kleiner’. Oefen met de verschillende wiskundige tekens, waarbij je de breukenstroken kleurt.
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe je ongelijknamige breuken vergelijkt door te vragen wat fout is gegaan. Kleur de breukenstroken om te laten zien dat 4//8 kleiner is dan 7//10.

Verwerking

Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.

Verlengde instructie

Leg uit dat ongelijknamige breuken een andere noemer hebben en hoe je ongelijknamige breuken kunt vergelijken. Laat vervolgens zien welke breuk groter is dan 1//2 door de breukenstroken te kleuren. Laat de leerlingen oefenen met ongelijknamige en gelijkwaardige breuken. Benadruk dat gelijkwaardige breuken even groot zijn.

Hoe weet je dat 1//2 groter is dan 1//6?

Afsluiting

Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen hoe ze ongelijknamige breuken kunnen herkennen. Daarna klik je elke beurt 2 breuken aan. De leerlingen geven aan welke breuk groter is of dat ze gelijkwaardig zijn. Ondersteun de leerlingen door de breukenstroken te kleuren met het potlood.

Over Gynzy

Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!