8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door minsommen uit te rekenen via kolomsgewijs rekenen. Begin bij de pijlen en volg de oranje, paarse en blauwe route. Als alle sommen goed zijn uitgerekend, hebben de leerlingen dezelfde uitkomsten bij de dieren als de uitkomsten die onder de afdekvlakken staan.
Bedenk een andere strategie hoe je deze sommen ook kunt uitrekenen.
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat in deze situatie kolomsgewijs rekenen een handige manier is om erachter te komen hoeveel euro je nog moet betalen voor de tent.
Herhaal de stappen die je zet bij het kolomsgewijs aftrekken. Wijs de leerlingen erop dat je in het voorbeeld bij de tientallen en bij de eenheden een tekort hebt. In dat geval schrijf je een min voor de uitkomst. Daarna tel je de uitkomsten van de tussensommen bij elkaar op en haal je de tekorten eraf. In het voorbeeld zijn er 2 tekorten die je eraf trekt.
Daarna draai je de draaischijven en doe je voor hoe je een som kolomsgewijs aftrekt, waarbij je het HTE-schema invult.
Vervolgens oefenen de leerlingen met het kolomsgewijs aftrekken, waarbij het volledige schema wordt ingevuld. Wijs de leerlingen erop een min toe te voegen bij een tekort en dit tekort af te trekken in plaats van op te tellen bij het bepalen van de einduitkomst.
Waarom moet je de tekorten aftrekken en niet optellen?
Bedenk een som waarbij je rekent met tekorten. De uitkomst moet 167 zijn.
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe je kolomsgewijs aftrekt door te vragen welke tussenstappen bij de som horen.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Bespreek stap voor stap het kolomsgewijs aftrekken. Hierbij schrijf je de uitkomsten van de tussensommen op. Wijs de leerlingen erop dat je in het voorbeeld bij de tientallen en eenheden een tekort hebt. In dat geval schrijf je een min voor de uitkomst. Daarna tel je de uitkomsten van de tussensommen bij elkaar op en haal je de tekorten eraf. In het voorbeeld zijn er 2 tekorten die je eraf trekt. Schrijf de uitkomst onderaan in het schema.
Vervolgens vraag je of er sprake is van een tekort of niet. Als er een tekort is, vraag dan of er een tekort bij de tientallen of bij de eenheden is. Vraag ook of de leerlingen weten hoeveel het tekort is.
Oefen daarna met het kolomsgewijs aftrekken, waarbij het volledige schema wordt ingevuld. Wijs de leerlingen erop een min toe te voegen bij een tekort en dit tekort af te trekken in plaats van op te tellen bij het bepalen van de einduitkomst.
Wat gebeurt er met de tientallen en de eenheden in de som 312 - 145?
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen welke stappen ze zetten om tot de juiste uitkomst te komen. Daarna laat je de leerlingen in viertallen de dierensommen uitrekenen via kolomsgewijs rekenen. Vraag of de groepjes iets opvalt aan de uitkomsten van de sommen. Als ze de sommen goed hebben uitgerekend, dan is de uitkomst steeds 1 meer.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.