Groep 6, Blok 3, Week 1, Les 1
8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Introductie
Je activeert de voorkennis door te oefenen met een kwart, de helft en driekwart. Maak de juiste verdeling door delen van de afbeelding weg te slepen of naar de afbeelding toe te slepen.
Bedenk een voorbeeld van een product dat je kunt verdelen in een kwart, de helft of in driekwart.
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je kunt aflezen welke breuk bij de taart hoort en dat je deze breuk kunt weergeven in een strook.
Instructie
Leg uit dat een breuk een deel van het totaal is. Daarbij verdeel je iets eerlijk in even grote delen. Geef aan dat een breuk bestaat uit een teller, een noemer en de breukstreep/deelstreep.
Bedenk 2 voorwerpen die je eerlijk kunt verdelen.
Bedenk een situatie waarbij je breuken gebruikt.
Om de leerlingen kennis te laten maken met breuken, laat je eerst zien wat het inhoudt als je iets eerlijk wilt verdelen. Deel het totaal door het aantal kinderen. Zo krijgt elk kind een even groot stuk.
Vervolgens leg je uit hoe je een breuk afleest. Tel eerst in hoeveel gelijke delen een figuur is verdeeld. Dan tel je het aantal gekleurde delen. Vervolgens schrijf je de breuk op. Oefen hiermee aan de hand van afbeeldingen en breukenstroken en -cirkels.
Welk onderdeel van de breuk geeft aan in hoeveel gelijke delen een strook is verdeeldplus: Bedenk 4 breuken waarbij de noemer 6 is.
Om een breuk weer te geven, kijk je eerst welk getal de noemer weergeeft. In zoveel gelijke delen verdeel je een figuur. Daarna kijk je naar de teller. Dit getal geeft aan hoeveel delen je moet inkleuren. Laat dit zien met de breukencirkel. Klik op de plusknop om het juiste aantal delen weer te geven en klik vervolgens het juiste aantal vakken aan. Laat de leerlingen hiermee oefenen door de breukenstrook en -cirkel te tekenen. Vul het op het digibord in.
Daarna vullen de leerlingen de breukenstroken en vergelijken ze deze met elkaar. Op deze manier gaan ze na of de uitspraak waar of niet waar is.
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe je breuken afleest door te vragen welke taart overeenkomt met de gegeven breuk. Dit is de rechter taart.
Verwerking
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Verlengde instructie
Leg uit dat een breuk een deel van het totaal weergeeft. Daarbij verdeel je iets eerlijk in even grote delen. Geef aan dat een breuk bestaat uit een teller, een noemer en de breukstreep. Bespreek de stappen hoe je een breuk afleest. Wijs de onderdelen aan en schrijf de bijbehorende breuk op. Laat de leerlingen hiermee oefenen.
Wat geeft de teller aan en wat geeft de noemer aan?
Vervolgens oefenen de leerlingen met het weergeven van een breuk. Werp de dobbelstenen om te bepalen welke breuk moet worden weergegeven. Het laagst gegooide getal is de teller. Geef eerst een breuk weer in de strook en werp de dobbelstenen opnieuw om een breuk weer te geven in de cirkel.
Daarna bespreek je dat je breuken kunt vergelijken door te kijken welke strook meer gevuld is en oefenen de leerlingen hiermee.
Afsluiting
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen welke stappen ze zetten om een breuk weer te geven. Daarna combineren de leerlingen de breuken die bij de brug staan met de juiste gekleurde blokken die naast de breukenstroken en -cirkels staan. Sleep de gekleurde blokken naar de breuken bij de bruggen.
Ontdek meer!
Over Gynzy
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.