8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door te oefenen met het herkennen van eenvoudige lijnsymmetrie. Laat de leerlingen in tweetallen werken. Een leerling gaat in een houding staan en de andere leerling probeert precies hetzelfde te gaan staan alsof er een spiegel tussen de leerlingen in staat. Daarna wisselen ze.
Waaraan kun je een spiegeling herkennen?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je door lijnsymmetrie te herkennen erachter kunt komen of een figuur symmetrisch is.
Leg uit dat iets symmetrisch is als de helften van een figuur gelijk zijn. De ene kant is precies hetzelfde als de andere kant. Wanneer je een spiegel in het midden van het figuur zet en het figuur blijft er hetzelfde uitzien, dan is het symmetrisch.
Wat zie je als je de spiegel horizontaal op het hart zet?
Bedenk een ander figuur dat symmetrisch is.
Je legt uit dat er sprake is van lijnsymmetrie wanneer je een lijn trekt door een figuur waarbij de helften gelijk zijn. Bij draaisymmetrie moet het figuur hetzelfde blijven wanneer je het een kwartslag of een halve slag draait. Belangrijk is hierbij dat de leerlingen deze begrippen kunnen toepassen.
Laat de leerlingen vervolgens oefenen met het herkennen van lijn- en draaisymmetrie.
Laat zien dat een figuur dat draaisymmetrisch is ook lijnsymmetrisch is.
Kan een figuur wel draaisymmetrisch zijn, maar niet lijnsymmetrisch? Waarom wel of waarom niet?
Leg uit hoe je een figuur met draaisymmetrie kunt tekenen. Stap 1: zet de spiegel verticaal in het midden. Stap 2: teken het kwart dat je in de spiegel ziet. Draai vervolgens de spiegel horizontaal in het midden. Stap 3: teken de andere helft erbij.
Oefen daarna met het tekenen van draaisymmetrie op ruitjespapier.
Welke stappen zet je als je een draaisymmetrisch figuur wilt tekenen?
Maak zelf een figuur dat draaisymmetrisch is.
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe je lijn- en draaisymmetrie kunt herkennen door te vragen welk figuur lijn- en draaisymmetrisch is.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les.
Je herhaalt dat er sprake is van lijnsymmetrie wanneer je een lijn trekt door een figuur waarbij de helften gelijk zijn. Bij draaisymmetrie moet het figuur hetzelfde blijven wanneer je het een kwartslag of een halve slag draait. Laat de leerlingen daarna oefenen met het herkennen van lijn- en draaisymmetrie. Zoek met de leerlingen in de klas naar voorwerpen die symmetrisch zijn. Benoem ook steeds of het voorwerp alleen lijnsymmetrisch is of ook draaisymmetrisch.
Waaraan herken je een symmetrisch figuur?
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen waaraan ze zien of het gebouw symmetrisch is. Daarna bedenken en tekenen de leerlingen een symmetrisch figuur.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.