Groep 5, Blok 5, Week 3, Les 13
8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Introductie
Je activeert de voorkennis door te oefenen met het koppelen van een bouwtekeningen aan hoogtegetallen. Laat de leerlingen de bouwtekeningen slepen naar het juiste bouwwerk.
Waar let je op bij het koppelen van een bouwtekening aan een bouwwerk?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je door aanzichten te herkennen erachter kunt komen hoe het bouwwerk eruitziet en hoe je dit bouwwerk kunt nabouwen.
Instructie
Leg uit dat je een bouwwerk van verschillende kanten kunt bekijken. Dit noem je het aanzicht. Door bouwwerken van verschillende kanten te bekijken weet je hoe het bouwwerk eruitziet. Je kunt bouwwerken bekijken vanuit een vooraanzicht, zijaanzicht, achteraanzicht of bovenaanzicht. Het aanzicht is afhankelijk van waar je staat. Het is de kant waar je vanuit kijkt. Hoe het aanzicht eruitziet, is dus afhankelijk van de kant van waar uit je kijkt. De aanzichten kun je onthouden door een ezelsbruggetje: voorkant/vooraanzicht, zijkant/zijaanzicht, achterkant/achteraanzicht, bovenkant/bovenaanzicht.
Zijn er blokken die je niet kunt zien, maar er wel zijn?
Waarom zie je vanaf verschillende aanzichten een ander figuur?
Je legt uit dat je een bouwwerk kunt nabouwen met blokjes. Het bouwwerk moet je laag voor laag bouwen. Sommige blokjes kun je niet zien, maar die zijn er wel, anders zouden de blokjes naar beneden vallen. Bedenk in je hoofd hoe het bouwwerk eruit zou zien als je het uit elkaar haalt. Stap 1: begin met het bouwen van het bovenaanzicht. Kijk van bovenaf naar het bouwwerk. Stap 2: bouw dan het zijaanzicht. Kijk vanaf de zijkant naar het bouwwerk en bouw dit aanzicht na. Stap 3: als laatste bouw je het vooraanzicht. Kijk vanaf de voorkant naar het bouwwerk en bouw het aanzicht na. Controleer daarna of de aanzichten kloppen met het bouwwerk. Soms zien de aanzichten er hetzelfde uit bij verschillende bouwwerken, vandaar dat er een optie van het bouwwerk op het digibord staat.
Laat de leerlingen vervolgens oefenen met het nabouwen van bouwwerken en het tekenen van de aanzichten van een bouwwerk. Bouw de bouwwerken op het digibord na van links naar rechts, zodat de blokjes goed op elkaar aansluiten. Geef de leerlingen blokjes om de bouwwerken te kunnen nabouwen.
Leg bij het roze bouwwerk uit wat het bovenaanzicht, het zijaanzicht en het vooraanzicht is.
Bedenk een bouwwerk waar je vanuit het vooraanzicht en zijaanzicht niet alle blokken kunt zien.
Leg uit dat je soms niet echt voor een bouwwerk staat, dan moet je het aanzicht bepalen door je in te beelden alsof je op die plek staat. Als je je kunt inbeelden waar een foto is gemaakt, dan kun je de plaats op de kaart vinden. Om te kunnen bepalen waar de foto op de kaart is gemaakt, moet je letten op de kenmerken die je op de foto ziet. Bekijk welke voorwerpen vooraan en achteraan staan. Daarna kijk je op de kaart waar je kenmerken van de foto ziet. De pijl bij de camera’s geven aan welke kant je opkijkt.
Oefen daarna met het herkennen van aanzichten op een kaart.
Waar let je op als je een aanzicht wilt herkennen op een kaart?
Waarom is het aanzicht van foto 2 niet E of C?
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe je een bouwwerk kunt nabouwen door te vragen wat er fout gaat. Vraag ook waarom je het bouwwerk niet in deze volgorde kunt nabouwen.
Verwerking
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les.
Verlengde instructie
Je herhaalt dat je een bouwwerk kunt nabouwen met blokjes. Het bouwwerk kun je laag voor laag bouwen. Sommige blokjes kun je niet zien, maar die zijn er wel, anders zouden de blokjes naar beneden vallen. Ook kun je een bouwwerk nabouwen met aanzichten. Je begint met het bouwen van het bovenaanzicht. Daarna met het zijaanzicht en als laatste bouw je het vooraanzicht. Laat de leerlingen daarna oefenen met het nabouwen van bouwwerken.
In welke volgorde bouw je de aanzichten na?
Oefen vervolgens met waar de foto is gemaakt.
Afsluiting
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen of het vooraanzicht bij het bouwwerk hoort. Vraag ook wat er veranderd moet worden aan het vooraanzicht. Daarna bouwen de leerlingen een eigen bouwwerk en maken een tekening van het bovenaanzicht, het zijaanzicht en het vooraanzicht.
Ontdek meer!
Over Gynzy
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.