8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door te oefenen met het rekenen met de tafels van 1 tot en met 10. Laat de leerlingen de dobbelstenen werpen en de torens met de blokken maken. De eerste dobbelsteen bepaalt het aantal blokken per toren en de tweede dobbelsteen bepaalt het aantal torens. Laat de leerlingen daarna de som uitrekenen.
Uit hoeveel groepjes bestaat de keersom 8 × 6?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je door te delen erachter kunt komen hoeveel tennisballen iedereen in zijn bak krijgt als je eerlijk verdeelt.
Je legt uit dat je bij een deelsom een totaal hebt dat je eerlijk moet verdelen over een hoeveelheid. Een deelsom bestaat uit 3 delen:
- Het deeltal: het totaal dat je gaat verdelen.
- Een deler: de hoeveelheid waar je het over gaat verdelen.
- Een uitkomst: de hoeveelheid die elke deler krijgt.
Wanneer je eerlijk verdeelt, krijgt iedereen evenveel.
Welke tafel past bij de deelsom 12 plus 24 8.)
Je legt uit dat delen het omgekeerde van vermenigvuldigen is. De getallen staan in een andere volgorde.
- Bij delen deel je het totaal door het aantal groepjes. Je wilt het aantal per groep weten.
- Bij vermenigvuldigen vermenigvuldig je het aantal per groep met het aantal groepjes. Je wilt het totaal weten.
Wanneer je gaat delen kun je zoeken in de bijpassende tafel, daarom heten deze sommen ook wel deeltafels.
Laat de leerlingen vervolgens oefenen met het maken van groepjes, het eerlijk verdelen, de tafelsom bij de deelsom vinden en de verhaalsommen. Bespreek bij elke opdracht wat voor deelsom en tafelsom erbij hoort.
Kunnen de leerlingen in de klas in eerlijke groepjes worden verdeeld? Hoeveel groepjes zijn er en hoeveel leerlingen zitten er in iedere groepje?
Hoeveel gerechten eet elk persoon als er 3 personen aan tafel zitten? (Elk persoon eet 3 gerechten. 54 3 = 3.)
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe je kunt delen door te vragen wat er fout gaat.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Herhaal dat je bij een deelsom een totaal hebt dat je eerlijk moet verdelen over een hoeveelheid. Een deelsommen bestaat uit 3 delen:
- Het deeltal: het totaal dat je gaat verdelen.
- Een deler: de hoeveelheid waar je het over gaat verdelen.
- Een uitkomst: de hoeveelheid die elke deler krijgt.
Wanneer je eerlijk verdeelt, krijgt iedereen evenveel. Sleep de brieven naar de brievenbussen.
Laat de leerlingen daarna oefenen met het eerlijk verdelen van blokjes in groepjes en het eerlijk verdelen van objecten. Omcirkel de groepjes. Geef de leerlingen ook blokjes om zelf te kunnen verdelen. Geef bij de eerste som 20 blokjes en bij de tweede som 32 blokjes.
Hoeveel hokken heb je extra nodig als je 3 honden erbij krijgt?
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen wat het verschil is tussen een deelsom en een tafelsom. Daarna spelen de leerlingen het spel shoot-out. Verdeel de leerlingen in drietallen. Een leerling noemt een deelsom van een deeltafel op. De andere 2 leerlingen moeten zo snel mogelijk de uitkomst opnoemen. Wie het snelst antwoord geeft, mag de volgende deelsom zeggen.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.