Groep 5, blok 1, week 3, les 11

Groep 5, blok 1, week 3, les 11

Open deze lesJe kan Gynzy gratis uitproberen.
Teacher
Kids

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Introductie

Je activeert de voorkennis door het figuur op ruitjespapier na te tekenen.

Waar let je op bij het natekenen van een figuur?

Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je door een figuur te vergroten of te verkleinen het figuur precies hetzelfde maakt, maar dan groter of kleiner.

Instructie

methodLesson=52351
Leg uit dat het figuur bij vergroten groter wordt en bij verkleinen kleiner wordt. Het figuur behoudt tijdens het vergroten of verkleinen zijn vorm. Wanneer je een figuur vergroot of verkleint moet je zowel de lengte als de breedte verkleinen of vergroten. Als je de lengte of breedte niet zou verkleinen of vergroten dan zou het figuur een andere vorm krijgen.

Welke vorm krijgt het vierkant als je alleen de lengte verkleint en niet de breedte? (een rechthoek)
Wanneer je het vierkant niet 2 keer zo groot zou maken, maar 3 keer zo groot. Uit hoeveel blokjes bestaan dan de lengte en de breedte?

methodLesson=52351
Wanneer je een figuur wilt vergroten tel je het aantal hokjes om het figuur heen. Je telt alleen de hokjes waar de rand van het figuur aangrenst. Je telt per lijn het aantal hokjes en vermenigvuldigt daarna het aantal hokjes van de lijn met de nieuwe grootte. Als je het figuur 2 keer zo groot maakt, dan vermenigvuldig je het aantal hokjes met 2. Teken daarna het vergrote figuur met het juiste aantal hokjes.
Wanneer je een figuur wilt verkleinen tel je het aantal hokjes om het figuur heen. Je telt alleen de hokjes waar de rand van het figuur aangrenst.
methodLesson=52351
Je telt per lijn het aantal hokjes en deelt daarna het aantal hokjes van de lijn door de nieuwe grootte. Als je het figuur 2 keer zo klein maakt, dan deel je het aantal hokjes door 2.
Laat de leerlingen vervolgens oefenen met welke figuren 2 keer zo groot of klein zijn en het vergroten en verkleinen van figuren.

Leg in je eigen woorden uit waarom je de lengte en breedte met 2 moet vermenigvuldigen.
Is het aantal hokjes aan de binnenkant van het figuur ook 2 keer zo groot? Zo nee, hoeveel keer groter is de binnenkant van het figuur? (nee, vier keer zo groot, omdat je zowel de lengte als de breedte vermenigvuldigt met 2)

Controleer of de leerlingen begrijpen hoe je een figuur vergroot door te vragen wat er fout gaat.

Verwerking

Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les.

Verlengde instructie

Leg uit dat het figuur zijn vorm behoudt tijdens het vergroten of verkleinen. Als je een zijde van het figuur niet zou verkleinen of vergroten dan zou het figuur een andere vorm krijgen. Wanneer je een figuur wilt vergroten of verkleinen tel je het aantal hokjes om het figuur heen. Je telt per lijn het aantal hokjes en vermenigvuldigt/deelt daarna het aantal hokjes van de lijn met/door de nieuwe grootte.
Laat de leerlingen vervolgens oefenen met het vergroten en verkleinen van figuren.

Welke stappen zet je als je een figuur vergroot en welke stappen zet je als je een figuur verkleint?

Afsluiting

Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen hoeveel keer zo groot of klein het blauwe figuur is. Daarna tekenen de leerlingen op ruitjespapier een zelfbedacht figuur. Laat ze vervolgens het papier wisselen met een maatje. De leerlingen maken de tekening 2 keer zo groot of 2 keer zo klein.

Over Gynzy

Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!