8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door te oefenen met het vergelijken en ordenen van getallen tot en met 100. Laat de leerlingen raden naar een getal, waarbij je alleen mag zeggen of het getal ‘hoger’ of ‘lager’ is. Kies een getal tussen 0 en 1000 uit.
Wat heeft een grotere waarde 98 of 89?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je door getallen te vergelijken en ordenen erachter kunt komen van welke kleur potloden je de meeste hebt.
Je herhaalt hoe je heen- en terugtelt, hierbij ga je verder of terug in de telrij. Wanneer je een sprong van 1 maakt, verandert de eenheid. Wanneer je een sprong van 10 maakt, verandert het tiental. Wanneer je een sprong van 100 maakt, verandert het honderdtal.
Leg uit dat je getallen kunt vergelijken door te kijken naar de honderdtallen, de tientallen en de eenheden. Voor het vergelijken van de getallen gebruik je een HTE-schema.
Je legt uit dat je getallen kunt vergelijken en ordenen:
- Als eerst kijk je naar de honderdtallen. Wanneer het ene honderdtal kleiner is dan de andere honderdtallen, dan weet je dat dit getal het kleinst is. Zijn de honderdtallen even groot dan ga je kijken naar de tientallen.
- Wanneer het ene tiental groter is dan de andere tientallen, dan weet je dat dit getal het grootst is. Zijn de tientallen even groot dan ga je kijken naar de eenheden.
- Wanneer de ene eenheid groter is dan de andere eenheden, dan weet je dat dit getal het grootst is.
Door de getallen te vergelijken kun je ze ordenen op grootte van klein naar groot.
Laat de leerlingen vervolgens oefenen met het vergelijken van getallen en het ordenen van getallen.
Waaraan herken je het kleinste getal? (Het kleinste getal heeft het laagste honderdtal of tiental of de laagste eenheden.)
Licht toe waarom je eerst naar de honderdtallen kijkt en niet eerst naar de eenheden.
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe je getallen kunt vergelijken en ordenen door te vragen welke stappen ze zetten om de getallen in de juiste volgorde te plaatsen.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Je herhaalt dat je als eerst kijkt naar de honderdtallen bij het vergelijken en ordenen van getallen.
- Wanneer het ene honderdtal kleiner is dan de andere honderdtallen, dan weet je dat dit getal het kleinst is. Zijn de honderdtallen even groot dan ga je kijken naar de tientallen.
- Wanneer het ene tiental groter is dan de andere tientallen, dan weet je dat dit getal het grootst is. Zijn de tientallen even groot dan ga je kijken naar de eenheden.
- Wanneer de ene eenheid groter is dan de andere eenheden, dan weet je dat dit getal het grootst is.
Laat de leerlingen daarna oefenen met het vergelijken en ordenen van getallen met MAB-materiaal en het vergelijken en ordenen van getallen zonder MAB-materiaal.
Waar kijk je als eerst naar als je getallen ordent?
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen welke stappen ze zetten om erachter te komen welk getal het grootst en welk getal het kleinst is. Daarna schrijven de leerlingen een getal op tussen de 100 en 1000. Laat de leerlingen in groepjes van 4 de getallen van klein naar groot leggen.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.