Groep 4, Blok 9, Week 3, Les 11
8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Introductie
Je activeert de voorkennis door de leerlingen de blokken in het bouwwerk te laten tellen.
Hoe tel je de blokken handig?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je weet hoe het bouwwerk van de bouwtekening eruit moet zien doordat je hebt geleerd om hoogtegetallen af te lezen.
Instructie
Leg uit dat een hoogtegetal een getal is dat aangeeft hoeveel blokken er in 1 toren op elkaar gestapeld moeten worden. Als er bijvoorbeeld 3 staat, dan betekent dit dat er 3 blokken op elkaar gestapeld moeten worden.
Als er 6 zou staan, hoeveel blokken moeten er dan op elkaar gestapeld worden?
Hoeveel blokken moet je op elkaar stapelen als er 0 in een vakje staat?
Vervolgens wordt er geoefend met het koppelen van hoogtegetallen aan een bouwwerk. Tel toren voor toren hoeveel blokken er op elkaar gestapeld zijn om te achterhalen welke bouwtekening er bij het bouwwerk hoort. Daarna wordt het bouwwerk bij de bouwtekening gezocht. Klik op het antwoord om deze te controleren. Oefen hiermee.
Hierna wordt er geoefend met het bepalen van de hoogtegetallen bij een bouwwerk. Wijs eerst aan welk vak er bij welke toren hoort. Tel vervolgens toren voor toren hoeveel blokjes er gestapeld zijn en schrijf het bijbehorende hoogtegetal in de vakken.
Wijs naar de top van de eerste toren van het rode bouwwerk. Als hier een blokje afgehaald zou worden, wat zou er dan aan de bouwtekening moeten veranderen?
Als het rode gebouw 2 keer gebouwd wordt en naast elkaar wordt gezet, hoe ziet de bouwtekening er dan uit?
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe bouwtekeningen in elkaar zitten door te vragen waarom alle bouwtekeningen bij het gegeven bouwwerk horen.
Verwerking
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Verlengde instructie
Herhaal dat hoogtegetallen aangeven hoe hoog elke toren in een bouwwerk is. Een hoogtegetal van 2 geeft aan dat er 2 blokken gestapeld zijn. Het hoogtegetal 1 geeft aan dat er maar 1 blokje staat.
Vervolgens wordt er geoefend met het koppelen van hoogtegetallen aan een bouwwerk. Tel toren voor toren hoeveel blokken er op elkaar gestapeld zijn om te achterhalen welke bouwtekening er bij het bouwwerk hoort. Daarna wordt het bouwwerk bij de bouwtekening gezocht. Klik op het antwoord om deze te controleren. Oefen hiermee.
Leg uit hoe de bouwtekening van het paarse bouwwerk er uit zou zien.
Daarna wordt er geoefend met het bepalen van de hoogtegetallen bij een bouwwerk. Leg eerst uit welk vak bij welke toren hoort. Tel vervolgens samen met de leerlingen toren voor toren hoeveel blokjes er gestapeld zijn en schrijf het bijbehorende hoogtegetal in het vak.
Afsluiting
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen wat hoogtegetallen met een bouwwerk te maken hebben. Daarna maak je tweetallen. Leerling 1 maakt een bouwtekening die leerling 2 bouwt met blokjes. Vervolgens controleert leerling 1 het bouwwerk. Hierna worden de rollen omgedraaid.
Ontdek meer!
Over Gynzy
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.