8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je activeert de voorkennis door de leerlingen de blokken in het bouwwerk te laten tellen.
Hoeveel blokken moet je bij het paarse bouwwerk erbij doen, om net zoveel blokken te hebben als in het oranje bouwwerk?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je weet hoe het bouwwerk van de bouwtekening eruit moet zien doordat je hebt geleerd om hoogtegetallen af te lezen.
Leg uit dat een hoogtegetal een getal is dat aangeeft hoeveel blokken er in 1 toren op elkaar gestapeld moeten worden. Als er bijvoorbeeld 3 staat, dan betekent dit dat er 3 blokken op elkaar gestapeld moeten worden. In een bouwwerk kunnen meerdere torens naast elkaar staan. Bespreek het voorbeeld op het bord.
Als er 5 blokjes opgestapeld zouden staan, hoeveel moet er dan in het vakje ingevuld worden?
Als er 2 torens van 3 blokjes zouden staan, hoeveel vakjes moeten er dan ingevuld worden?
Vervolgens wordt er geoefend met het koppelen van hoogtegetallen aan een bouwwerk. Tel toren voor toren hoeveel blokken er op elkaar gestapeld zijn om te achterhalen welke bouwtekening er bij het bouwwerk hoort. Daarna wordt het bouwwerk bij de bouwtekening gezocht. Klik op het antwoord om deze te controleren. Oefen hiermee.
Hierna wordt er geoefend met het herkennen van dezelfde bouwwerken. Benadruk dat bouwwerken soms gespiegeld staan, maar wel hetzelfde zijn als je ze draait. Klik op het antwoord om deze te controleren. Oefen hiermee.
Welk blokje kun je in het rode bouwwerk verschuiven om hetzelfde bouwwerk te krijgen als de roze en groene?
Als je het paarse bouwwerk plat legt, is het bouwwerk dan nog hetzelfde als het roze bouwwerk?
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe je een bouwtekening aan een bouwwerk koppelt. Laat de leerlingen uitleggen welke stappen ze hiervoor moeten zetten.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Herhaal dat hoogtegetallen aangeven hoe hoog elke toren in een bouwwerk is. Een hoogtegetal van 4 geeft aan dat er 4 blokken gestapeld zijn. Het hoogtegetal 2 geeft aan dat er 2 blokken staan.
Vervolgens wordt er geoefend met het koppelen van hoogtegetallen aan een bouwwerk. Tel toren voor toren hoeveel blokken er op elkaar gestapeld zijn om te achterhalen welke bouwtekening er bij het bouwwerk hoort. Klik op het antwoord om deze te controleren. Oefen hiermee.
Op welke toren in het paarse bouwwerk moet je 1 blokje erbij zetten om 3 torens van 4 blokjes te krijgen?
Daarna oefen je met het herkennen van dezelfde bouwwerken. Benadruk dat bouwwerken soms gespiegeld staan, maar wel hetzelfde zijn als je ze draait. Klik op het antwoord om deze te controleren.
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen of de bouwtekeningen hetzelfde zijn. Op de linker bouwtekening staat een 0 als er geen blokje staat, op de rechter bouwtekening is de vorm van het bouwwerk aangehouden.
Daarna maak je tweetallen. Leerling 1 maakt een bouwwerk en vraagt leerling 2 om daar een bouwtekening van te maken. Daarna wisselen de leerlingen de rollen om.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.