Groep 4, Blok 3, Week 3, Les 11
8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Introductie
Je activeert de voorkennis door de bedragen naar bijbehorend geld te slepen.
Hoe tel je het geld handig op?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat je moet weten hoe je gepast betaald om de raceauto te kunnen kopen.
Instructie
Leg uit dat je bij geld te maken hebt met zowel munten als biljetten. Vraag de leerlingen wat de waarde is van een aantal van de voorbeelden op het digibord.
Waaraan zie je de waarde van het geld?
Leg uit of je liever 5 munten van 1 euro of 1 biljet van 5 euro hebt. 
Doe voor hoe je het geld optelt door te starten met het benoemen van welke soorten geld je ziet. Vertel dat je 3 biljetten met elk een andere waarde ziet. Leg uit dat het handig is om bij het geld met de grootste waarde te beginnen en tel vanaf 50, 10 en 5 euro erbij op. Oefen met het tellen van geld.
Vervolgens leg je uit dat gepast betalen, precies betalen wat iets kost is. Leg uit dat je start met het bepalen wat de geldsoort is met de grootste waarde die in 72 euro zit. Sleep 50 euro onder de 72. Daarna vertel je dat je eerst aanvult tot 70, vertel dat 50 euro te veel is, 20 euro kan wel en sleep deze bij de 50 euro. Vertel dat je nu al 70 euro hebt en je dus nog 2 euro moet, vul het bedrag aan met de 2 euromunt. Laat de leerlingen oefenen met gepast betalen door ze op te laten schrijven welke geldsoorten ze nodig hebben om gepast te betalen.
Leg uit of er maar 1 goede manier is om gepast te betalen.
Op hoeveel manieren kun je 48 euro gepast betalen?
Controleer of de leerlingen begrijpen wat geld tellen met het gepast betalen te maken heeft door dit te vragen. Help de leerlingen door te vragen hoe ze kunnen checken of ze het bedrag gepast hebben betaald.
Verwerking
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Verlengde instructie
Leg uit welke geldsoorten er zijn. Zoek samen met de leerlingen de waardes van de geldsoorten op de munten en biljetten en omcirkel deze.
Doe voor hoe je het geld optelt door te starten met het benoemen welke soorten geld je ziet. Vertel dat je 2 biljetten met elk een andere waarde ziet. Leg uit dat het handig is om bij het geld met de grootste waarde te beginnen en tel 5 euro bij de 50 euro op. Oefen met het bepalen van hoeveel geld de leerlingen zien.
Vervolgens leg je uit hoe je gepast moet betalen. Leg uit dat je start met het bepalen van wat de geldsoort is met de grootste waarde die in 80 euro zit. Sleep 50 euro onder de 80. Daarna vertel je dat nu al 50 euro hebt en dat je dus nog verder moet aanvullen tot 80. Vertel dat 50 euro te veel is, 20 euro kan wel en sleep deze bij de 50 euro. Vertel dat je nu al 70 euro hebt en sleep nog 10 euro bij het bedrag om in totaal 80 euro te hebben. Laat de leerlingen oefenen met gepast betalen door ze op te laten schrijven welke geldsoorten ze nodig hebben om gepast te betalen.
Leg uit of je munten nodig hebt om 45 euro gepast te kunnen betalen.
Afsluiting
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen hoe de leerlingen gepast moeten betalen. Vervolgens kies je welk product je gaat kopen en laat je de leerlingen het bedrag in tweetallen gepast betalen.
Ontdek meer!
Over Gynzy
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.