8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Je start de les door de leerlingen sprongen van 10 te laten maken. Leg uit dat het tiental veranderd wanneer je sprongen van 10 maakt, leg uit dat de 1 in een 2 veranderd en laat de leerlingen daarna verder en terugtellen.
Welk getal komt er na 34 als je verder telt met sprongen van 10?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat het handig is om te kunnen tellen met sprongen van 10 om te weten hoeveel voetbalplaatjes je in totaal hebt.
Laat de getallen van 1 tot en met 100 zien. Wijs de 26 aan en leg uit dat je naar links 1 minder en naar rechts 1 meer hebt. Als je vanaf de 26 naar boven gaat, heb je 10 minder en naar onder 10 meer.
Als je van 46 naar 56 gaat, wat gebeurt er dan?
Als je van 33 naar 44 gaat, wat gebeurt er dan?
Wijs de plek van de eenheden aan en leg uit dat als je met sprongen van tien verder telt, alleen de tientallen veranderen. Van de 40 ga je naar de 50, dan naar de 60, 70 en 80. De eenheden veranderen dus niet. Leg vervolgens uit hoe je terugtelt vanaf 90 en oefen met het tellen vanaf tienvouden.
Vervolgens leg je uit dat verder en terugtellen met sprong van 10 ook mogelijk is wanneer een getal uit tientallen en eenheden bestaat. Leg uit dat de eenheden, net zoals de 0 eenheden van de vorige getallenlijnen, gelijk blijven. Laat zien hoe je verder en terugtelt met sprongen van 10 en oefen dit.
Wat komt er na 14 bij het terugtellen?
Hoeveel sprongen moet je maken om van 65 naar 15 terug te tellen?
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe ze sprongen van 10 maken door te vragen of het uitmaakt of je de eenheden van een getal weet.
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Laat de getallen tot 100 zien en wijs de 1 aan. Leg uit dat als je naar rechts gaat het 1 meer wordt. Vertel dat dit ook zo is als je vanaf de 11 naar rechts gaat. Leg daarna uit dat alle getallen in elke kolom evenveel eenheden hebben. De getallen in een rij hebben allemaal hetzelfde tiental.
Sleep de tienvouden met de leerlingen in de juiste volgorde van klein naar groot. Wijs de plek van de eenheden aan en leg uit dat als je met sprongen van 10 verder telt, alleen de tientallen veranderen. Leg daarna uit hoe je terugtelt met sprongen van 10 vanaf tienvouden via de getallenlijn. Verwijs daarbij naar de op volgorde gezette tienvouden. Oefen met het verder en terugtellen met sprongen van 10 vanaf tienvouden.
Leg daarna uit hoe je verder telt vanaf getallen met tientallen en eenheden. Doe dit eerst voor, daarna samen en laat de leerlingen hier ook zelf mee oefenen. Klik op de husselknop onder de 11 om het getal waar vanaf verder geteld moet worden te veranderen. Herhaal dit met het terugtellen met sprongen van 10.
Naar welk cijfer in 65 kijk je om verder te tellen met sprongen van 10?
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen hoe je telt met sprongen van 10. Ga in op het verschil tussen verder en terugtellen. Daarna bepaal je welk figuur er ontstaat door figuren naar de bijbehorende getallen te slepen. Er ontstaat een kasteel.
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.