Groep 3, Blok 5, Week 2, Les 8

Groep 3, Blok 5, Week 2, Les 8

Open deze lesJe kan Gynzy gratis uitproberen.
Teacher
Kids

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Introductie

Je activeert de voorkennis door getallen tot en met 20 op het rekenrek te zetten. Maak tweetallen. Eén van de leerlingen zet een getal op het rekenrek, de andere leerling bepaalt welk getal het is. Vervolgens wisselen ze van rol.

Wat weet je als de hele bovenste rij naar links geschoven is?

Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat als je weet hoe een getal in elkaar zit, je weet met welke briefjes je het spel kunt betalen.

Instructie

Herhaal de volgorde van de getallen 1 tot en met 20. Vraag de leerlingen welke verschillen en overeenkomsten ze zien. Speel vervolgens een spel waarbij een leerling een getal in het hoofd onthoudt. De andere leerlingen raden welk getal het is door te vragen of het meer of minder is dan een ander getal.

Welk getal is meer dan 14 en minder dan 16?
Noem het getal dat altijd meer is en het getal dat altijd minder is dan de andere getallen tot en met 20.

methodLesson=52657
Leg vervolgens uit dat getallen boven de 10 uit tientallen en eenheden bestaan. Structureren van getallen betekent het opsplitsen van het getal in tientallen en eenheden. Tientallen kun je weergeven met een staafje van MAB-blokjes. Eenheden geef je weer met losse blokjes.
methodLesson=52657
Vervolgens leg je uit dat getallen gestructureerd worden in een tabel. De tientallen staan onder de ‘T’, de eenheden onder de ‘E’. De ‘1’ in het getal 14 is ‘10’ waard. Leg uit dat in de eierdoos 10 eieren zitten, een volle eierdoos is dus 1 tiental. De losse eieren komen bij de eenheden. Laat leerlingen oefenen met het structureren van de getallen in het schema.

Hoe bepaal je het tiental?
Welk getal komt er bij de tientallen als er 2 volle dozen met ijsblokjes zijn?

methodLesson=52657
Leg uit dat getallen op een getallenlijn weergeven kunnen worden. Je maakt voor een tiental 1 grote sprong van 10. De eenheden tel je er vervolgens met kleine sprongen bij op. Oefen met het springen van getallen op de getallenlijn. Leg uit dat je ook een sprong van 5 eenheden kunt maken.
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe een getal tot en met 20 gestructureerd wordt door ze uit te laten leggen hoe je weet hoeveel tientallen en eenheden een getal heeft.

Verwerking

Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.

Verlengde instructie

Leg uit dat je voor het maken van getallen tot en met 20 met MAB-blokjes zowel staafjes als blokjes kunt gebruiken. Oefen met het maken van getallen met MAB-blokjes. Sleep de blokjes en staafjes naar de juiste kolom in de tabel. Tel de blokjes en staafjes en bepaal welk getal er in de kolom komt te staan. Oefen met het noteren van de getallen in het schema.

Hoe bepaal je het aantal eenheden?

Oefen vervolgens het springen van getallen op de getallenlijn. Laat de leerlingen het getal eerst met blokjes neerleggen. Als het getal een staafje heeft, betekent dit dat er een sprong van 10 gemaakt kan worden op de getallenlijn.

Afsluiting

Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door te vragen hoe ze het getal van de ijsblokjes bepalen. Vraag vervolgens hoeveel de ‘1’ waard is. Maak daarna kikkersprongen op de getallenlijn. Bepaal het getal door op de blauwe knop te klikken. De kikker springt grote sprongen van 10. Het kikkervisje springt kleine sprongen van 1.

Over Gynzy

Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!