Groep 3, Blok 2, Week 1, Les 3
8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Introductie
Je activeert de voorkennis door te oefenen met het aantal vingers dat is opgestoken. Steek eerst zelf een aantal keer een X aantal vingers in de lucht en laat de leerlingen opschrijven hoeveel vingers het zijn. Laat de leerlingen vervolgens oefenen in tweetallen.
Wat weet je als er 1 volle hand opgestoken wordt?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Bespreek dat als je voorwerpen kunt tellen, je erachter kunt komen hoeveel paddenstoelen er in het bos groeien.
Instructie
Leg uit dat als je een aantal voorwerpen tot en met 20 wilt tellen, het belangrijk is dat je tot 20 kunt tellen.
Tel met de leerlingen samen tot 20 en wijs daarbij de getallen aan. Tel vervolgens nog een keer tot en met 20, maar dan in sprongen van 2.
Tel terug vanaf 20 naar 0.
Tot hoe ver kun jij tellen?
Leg uit dat als je een aantal voorwerpen gaat tellen, het handig is om de voorwerpen die je hebt geteld weg te strepen. Op deze manier voorkom je dat je voorwerpen dubbel telt. Je kunt er ook voor kiezen om getallen erbij te schrijven, zoals bij de paddenstoelen.
Maak het voorbeeld van de paddenstoelen af, door het kruis te slepen en de laatste twee paddenstoelen te tellen. Doe hetzelfde bij de slakken, sleep het kruis om te voorkomen dat je iets dubbel telt.
Waarom is het handig om de voorwerpen die je hebt geteld weg te strepen?
Hoe zou je nog meer kunnen voorkomen dat je een voorwerp dubbel telt?
Tel het aantal dieren, maak gebruik van de tekentool om de voorwerpen door te strepen als je ze hebt geteld.
Controleer of de leerlingen begrijpen hoe ze de spinnen handig kunnen tellen.
Verwerking
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les en de taak.
Verlengde instructie
Herhaal eerst het tellen tot en met 20. Zorg voor blokjes en laat de leerlingen eerst 20 blokjes tellen. Tel de 20 blokjes ook in sprongen van twee.
Leg daarna uit hoe je het aantal eikels handig kunt tellen. Sleep het kruis naar de eikels die je hebt geteld. Oefen verder met de leerlingen. Sleep de blaadjes in de kruiwagen en tel ze één voor één. Verduidelijk hier dat het handig is om de blaadjes naar de kruiwagen te slepen, zodat je ze niet dubbel telt. Tel vervolgens het aantal voorwerpen.
Hoeveel spinnen zitten er als er één meer bij komt?
Afsluiting
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door hen te laten verwoorden hoe je ervoor zorgt dat je iets niet dubbel telt. 
Laat de leerlingen daarna groepjes maken. Geef een tweetal de opdracht om van het juiste aantal leerlingen een groepje te maken. Controleer of het groepje uit het juiste aantal leerlingen bestaat, door samen met de leerlingen aanwijzend te tellen. Laat de leerlingen bedenken hoe je ervoor zorgt dat je de leerlingen niet dubbel telt.
Ontdek meer!
Over Gynzy
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.