Groep 3, Blok 1, Week 1, Les 3
8.000 scholen gebruiken Gynzy
92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy
1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy
Introductie
Je activeert de voorkennis door het oefenen met meer en minder. Leg uit dat de leerlingen de voorwerpen op de afbeelding moeten tellen en moeten bepalen of het er minder dan 5 zijn. Om dat te bepalen tel je eerst hoeveel voorwerpen je ziet, vervolgens beslis je of dat er meer, minder of evenveel als 5 zijn. Hierbij verwijs je naar de getalrij. Als je op de afbeelding klikt, zie je of er minder dan 5 van op de afbeelding staan.
Hoe weet je of het minder dan, meer dan of evenveel als 5 is?
Benoem het lesdoel en het belang van de les. Leg uit dat het herkennen van hoeveelheden en bepalen van meer en minder handig is voor de juf. De juf weet dat ze genoeg boeken voor alle leerlingen heeft.
Instructie
Leg de begrippen meer en minder uit aan de hand van de voorbeelden. Links heb je meer gele schooltassen. Rechts heb je minder rode boeken. Leg uit dat je dit weet door de hoeveelheden te tellen, vervolgens bepaal je waar het getal op de getalrij staat.
Hoeveel meer gele tassen zijn er? Hoe weet je dat?
Hoeveel rode boeken moeten erbij komen om 1 rood boek meer te hebben dan blauwe boeken?
Oefen vervolgens met het bepalen van meer en minder, klik op de afbeelding om het antwoord te checken.
Daarna speel je een kort spelletje met de vingers. Je steekt een aantal vingers in de lucht, de leerlingen moeten er voor zorgen dat ze 1 vinger minder in de lucht steken. Doe dit ook met als opdracht 1 vinger meer.
Kun je 1 vinger meer opsteken dan tien vingers?
Steek 3 vingers minder op dan 7.
Oefen met het bepalen van meer en minder. De leerlingen moeten gaan staan als het klopt. Ze blijven zitten als het niet klopt.
Controleer of de leerlingen het begrijpen door hen te laten verwoorden hoe ze weten of er meer of minder potloden dan lijmstiften zijn.
Verwerking
Bespreek de voorbeeldopgaven om de leerlingen een beeld te geven van wat ze kunnen verwachten in de verwerking. Leerlingen die de verlengde instructie niet hoeven te volgen, gaan zelfstandig aan de slag met de verwerking van de les.
Verlengde instructie
Leg de begrippen meer en minder uit aan de hand van de tassen. Gebruik hierbij blokjes. Pak evenveel blokjes als tassen en laat de leerlingen het aantal blokjes tellen. Vergelijk de groepjes met elkaar. Bepaal waar meer en minder blokjes liggen. Vervolgens oefen je het bepalen van meer en minder. Laat de leerlingen eerst evenveel blokjes als afbeeldingen op het bord pakken. Geef ze daarna de opdracht om 1 meer of minder neer te leggen. Tel de blokjes en vergelijk ook de getallen op de getalrij. Oefen vervolgens met het spel 'ga staan als..'.
Hoe kom je erachter of het meer of minder is? Welke stappen zet je?
Afsluiting
Je controleert of de leerlingen het lesdoel begrijpen door hen 1 sprong minder (en vervolgens 2 sprongen meer) te laten maken dan het voorbeeld op het bord. Vraag hoeveel sprongen er gemaakt zijn. Laat de leerlingen verwoorden waarom het meer of minder is. Vervolgens laat je de leerlingen met (kleur)potlood 2 ballen meer tekenen op een blaadje. Laat de leerlingen vertellen hoeveel ballen ze hebben getekend.
Ontdek meer!
Over Gynzy
Gynzy maakt onderwijs makkelijker én leuker. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.
Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.