Delen van een getal t/m 1000 door een getal <10

Algemeen

De leerlingen leren het delen van een getal tot en met 1000.

Belang

Het is belangrijk dat je kunt delen, omdat je zo weet hoeveel iedereen krijgt als je iets eerlijk verdeeld.

Introductie

De leerlingen maken de deelsommen tot 100.

Instructie

Leg uit dat je bij deelsommen met een getal tot en met 1000 eerst kijkt welk getal uit de tafel van de deler het dichtst onder het deelgetal ligt. Bij de som 488 : 4 ga je op zoek naar de grootste hap die je kunt nemen. 10 × 4 = 40. Dus 100 × 4 = 400. Haal de 400 van de de 488 af. Je houdt nu nog 88 over. 2 × 4 = 8. Nu weet je ook 20 × 4 = 80. Maakt nu de som 88 - 80 = 8. Vervolgens doe je 2 × 4 = 8, 8 - 8 = 0. Nu tel je de 100, 20 en 2 bij elkaar op voor je antwoord (122). Laat de leerlingen de deelsommen zelfstandig maken. Leg bij de verhaalsom uit dat je eerst de som uit het verhaal haalt. Dus 168 : 4. Vervolgens kijk je in de tafel van 4. Als je weet dat 4 × 4 = 16 is, dan weet je ook dat 40 × 4 = 160 is. 168 - 160 = 8. Nu heb je nog 8 over. 2 × 4 = 8. 8 - 8 = 0. Je antwoord is nu 40 + 2 = 42. Laat de leerlingen de twee verhaalsommen uitrekenen.

Controleer of de leerlingen een getal tot en met 1000 kunnen delen, door de volgende vraag te stellen:
- Hoe reken jij handig 445 : 5 uit?

Inoefening

Eerst maken de leerlingen een deelsom. Daarna maken de leerlingen een verhaalsom.

Afsluiting

Bespreek nogmaals het belang van het kunnen delen van een getal tot en met 1000. Als afsluiting kunnen de leerlingen met behulp van de te slepen objecten en de sommen een eigen containersom maken.

Aandachtspunten

Laat leerlingen die moeite hebben met het delen van een getal tot en met 1000, eerst oefenen met de deeltafels en het delen door 100.