Bepalen van het midden van twee getallen

Algemeen

De leerlingen leren het bepalen van het midden van twee getallen.

Belang

Het is handig om het midden te kunnen bepalen van getallen. Bijvoorbeeld wanneer je elkaar in het midden wilt ontmoeten.

Introductie

Bespreek met de leerlingen welk getal er hoort bij het vraagteken op de getallenlijn.

Instructie

Leg uit dat je het midden tussen twee getallen kunt bepalen, door eerst het verschil uit te rekenen tussen de twee getallen en dan die getallen van elkaar af te trekken. In het voorbeeld krijg je dan 20 - 16 = 4. Om te bepalen wat de helft is van 4 deel je 4 door 2. Dan tel je de helft op bij het laagste getal (16) (of trek je de helft af van het hoogste getal (20)). 16 + 2 = 18. het midden van 16 en 20 is 18. Bespreek vervolgens samen hoe je het midden vind van 50 en 70. Laat de leerlingen daarna zelf de sommen maken. Bespreek hierna met de leerlingen wat het midden is van 16 en 17. Het verschil hiervan is 1, en de helft van 1 is 0,5. Dus de het midden van 16 en 16 is 16,5. Laat de leerlingen vervolgens de sommen zelfstandig maken.

Controleer of de leerlingen het gemiddelde met kommagetallen kunnen berekenen, door de volgende vraag te stellen:
- Welke stappen gebruik je om het midden van twee getallen te bepalen?

Inoefening

De leerlingen oefenen met het bepalen van het verschillen tussen twee getallen. Eerst met twee getallen met een verschil van 2, daarna van 6 en tenslotte van 1.

Afsluiting

Bespreek nogmaals het belang van het kunnen bepalen van het midden van twee getallen. Als afsluiting laat je de leerlingen de twee pijl naar een plek op de getallenlijn slepen en het midden daarvan bepalen.

Aandachtspunten

Wanneer leerlingen moeite hebben met het bepalen van het midden van twee getallen, probeer dit dan visueel aan te bieden door middel van bijvoorbeeld blokjes of een telraam.