Kennen van buurgetallen t/m 50

Algemeen

De leerlingen leren wat buurgetallen zijn en kunnen de buurgetallen van de getallen 20 t/m 49 bepalen doordat zij weten welk getal ervoor komt en welk getal erna.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het belangrijk is om de buurgetallen van een getal te weten, omdat ze hiermee kunnen weten wanneer ze aan de beurt zijn. Hiermee weten ze wie ervoor en wie erna aan de beurt is.

Introductie

Tel samen met de leerlingen heen- en terug t/m 50. Begin bij een willekeurig getal en tel verder of terug. Doe dit een aantal keer op verschillende manieren. Laat de leerlingen bijvoorbeeld zingend tellen, fluisterend, schreeuwend en/of om de beurt. Deel vervolgens de getalkaartjes van 1 t/m 20 uit. Schrijf een getal van 1 t/m 19 op het bord. Laat de leerlingen die de buurgetallen hebben, gaan staan met het getalkaartje in de lucht. Oefen dit een aantal keer met verschillende getallen.

Instructie

Je legt uit dat buurgetallen de getallen zijn die voor en na een getal komen. Aan de hand van de stoelen laat je zien dat het buren van elkaar zijn. Vervolgens leg uit hoe je de buurgetallen kunt vinden door verder en terug te tellen. Daarna laat je de leerlingen de buurgetallen van drie getallen benoemen en schrijf je deze op.

Controleer of de leerlingen de instructie begrepen hebben wat buurgetallen zijn met behulp van onderstaande vragen:
- Wat is een buurgetal?
- Hoe vind je een buurgetal?
- Hebben alle getallen een buurgetal?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met het invullen van het getal dat ervoor komt of het getal dat erna komt. Daarna moeten de leerlingen beide buurgetallen invullen.

Afsluiting

Je controleert of ze het begrip buurgetallen kunnen uitleggen. Vertellen de leerlingen dat de buurgetallen de getallen voor en na het getal in de telrij zijn. Benadruk dat het handig is om de buurgetallen te kennen zodat je weet wat de volgende en de vorige is. Tot slot controleer je of leerlingen de buurgetallen van een getal kunnen vinden en of ze dit doen aan de hand van één terug en één verder tellen. Sleep na het antwoord van de leerlingen de getallen naar de juiste huisjes.

Aandachtspunten

Leerlingen die moeite hebben met het vinden van de buurgetallen, hebben waarschijnlijk de telrij t/m 50 nog niet goed in hun hoofd. Laat deze leerlingen extra oefenen met heen- en terugtellen. Leerlingen die meer uitdaging nodig hebben, kun je laten oefenen met de buurgetallen t/m 100.

Instructiemateriaal

Getalkaartjes van 1 t/m 20.

Over Gynzy

De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas.

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.