Bepalen van de juiste tijdseenheid
Bepalen van de juiste tijdseenheid

Bepalen van de juiste tijdseenheid

Open deze lesJe kunt Gynzy gratis uitproberen.

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Algemeen

Leerlingen leren de juiste tijdseenheid bij een omschrijving te plaatsen.

Belang

Bespreek met de leerlingen dat het handig is dat je de juiste tijdseenheid bij een omschrijving kunt plaatsen, zodat je weet welke tijdseenheid logisch aansluit bij het verhaal.

Introductie

Op het digibord staan verschillende tijdseenheden. De leerlingen moeten aangeven wat hetzelfde betekent door de ontbrekende getallen in te vullen. De eerste is al voorgedaan: één dag is hetzelfde als 24 uur.

Instructie

Laat het rijtje met tijdseenheden zien en geef aan dat een seconde het kortst duurt en een eeuw het langst. Vraag vervolgens of de leerlingen voorbeelden kennen bij de tijdseenheden. Weten ze bijvoorbeeld iets te benoemen wat één seconde of één week duurt? Bij één maand is het lastiger om een activiteit te bedenken wat zo lang duurt, maar wellicht kunnen leerlingen wel benoemen dat één maand bestaat uit ongeveer 4 weken of uit 30 of 31 dagen. Leg vervolgens uit hoe je kunt bepalen welke tijdseenheid bij een omschrijving hoort. Zo kun je voorbeelden bedenken bij de gegeven tijdseenheden en vervolgens de voorbeelden vergelijken met de omschrijving. Welke tijdseenheid lijkt dan logisch? Als je weet dat een muziekles één uur duurt, dan kun je nagaan dat 28 uur of 28 dagen je adem inhouden veel te lang is. 28 minuten en 28 seconden blijven over. 28 minuten is bijna een half uur. Geef aan dat je een half uur pauze hebt. Dit is ook erg lang om je adem in te houden. 28 seconden blijft dan over. Bespreek samen de opdracht van Koningsdag. Vraag of de leerlingen weten hoe vaak het Koningsdag is. Op basis daarvan kunnen ze eenvoudig bepalen wat de juiste tijdseenheid is. Vervolgens overleggen de leerlingen in tweetallen welke tijdseenheid erbij hoort en tot slot oefenen ze dit zelfstandig.

Om te controleren of de leerlingen de juiste tijdseenheid bij een omschrijving kunnen plaatsen, kun je de volgende vraag stellen:
- Hoe weet je welke tijdseenheid bij een omschrijving past?

Inoefening

De leerlingen oefenen met behulp van meerkeuzevragen het kiezen van de juiste tijdseenheden bij de omschrijvingen.

Afsluiting

Je bespreekt met de leerlingen nog eens dat het handig is als je de juiste tijdseenheid bij een omschrijving kunt plaatsen. Als afsluiting laat je een aantal omschrijvingen zien. De leerlingen kiezen welke tijdseenheid erbij hoort. Vervolgens laat je de leerlingen in groepjes activiteiten bedenken en bepalen welke tijdseenheid erbij hoort. Is iedereen in het groepje het erover eens welke tijdseenheid erbij hoort?

Aandachtspunten

Wanneer leerlingen moeite hebben met het kiezen van de juiste tijdseenheid, kun je hen per tijdseenheid een voorbeeld geven. Laat hen steeds de omschrijving vergelijken met de voorbeelden per tijdseenheid.

Over Gynzy

De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!