Vermenigvuldigen met kommabedragen <1 euro
Vermenigvuldigen met kommabedragen <1 euro

Vermenigvuldigen met kommabedragen <1 euro

Open deze lesJe kunt Gynzy gratis uitproberen.

8.000 scholen gebruiken Gynzy

92.000 leerkrachten gebruiken Gynzy

1.600.000 leerlingen gebruiken Gynzy

Algemeen

Leerlingen leren het vermenigvuldigen met kommabedragen onder 1 euro.

Belang

Het is handig als je kunt vermenigvuldigen met kommabedragen onder 1 euro, omdat je zo bijvoorbeeld kunt uitrekenen hoeveel het totaalbedrag is.

Introductie

Laat de leerlingen de keersommen oplossen.

Instructie

Leg kort uit dat één euro uit honderd cent bestaat. Laat vervolgens de som zien. Leg uit dat je eerst het bedrag neerlegt in het aantal groepjes. In dit geval dus 4 groepjes van 15 cent. Benadruk dat je probeert het bedrag neer te leggen met zo weinig mogelijk munten. Begin nu met het optellen van de tientallen. 10 + 10 + 10 + 10 = 40. Daarna de eenheden: 5 + 5 + 5 + 5 = 20. Als laatste tel je de uitkomsten bij elkaar op: 40 + 20 = 60. Het antwoord is dus 60 cent. Oefen samen met de leerlingen de volgende twee sommen. Je kunt de leerlingen eerst de bedragen laten neerleggen door het geld te slepen en vervolgens het geld bij elkaar op te tellen. Laat de andere twee sommen zelfstandig door de leerlingen uitrekenen. Laat bij de som 6 × € 0,45 zien hoe je het bedrag eerst omzet in centen, vervolgens vermenigvuldigt en de uitkomst weer omzet naar euro's. Laat de volgende twee sommen weer zelfstandig door de leerlingen maken. Bij de verhaalsom laat je de leerlingen eerst de getallen uit de som halen. Daarna reken je het bedrag eerst om naar centen en reken je deze som uit. Tot slot moet de uitkomst weer in euro's staan. De volgende sommen kunnen de leerlingen weer zelfstandig maken.

Controleer of de leerlingen kunnen vermenigvuldigen met kommabedragen onder 1 euro met de volgende vraag:
- Waarom is het handig om te kunnen vermenigvuldigen met een kommabedrag?

Inoefening

De leerlingen oefenen eerst met het vermenigvuldigen met kommabedragen met een visuele ondersteuning. Bij de volgende opgave krijgen ze alleen de kale som te zien. De derde opgave is in een verhaalvorm.

Afsluiting

Bespreek met de leerlingen het belang van het kunnen vermenigvuldigen met kommabedragen onder 1 euro. Als afsluiting kun je de leerlingen spulletjes uit de klas laten zoeken en deze laten voorzien van een prijskaartje. Op dit prijskaartje staat een bedrag onder één euro. Vervolgens laat je de leerlingen aan de draaischijf bij het winkeltje draaien. Dit bepaalt het aantal. Vervolgens reken je het totaalbedrag af bij de kassa met muntjes uit je geldbakje. De leerling achter de kassa kan het bedrag/uitkomst controleren. Voorbeeld: 1 potlood kost 20 cent. Op de draaischijf draait de leerling 3. De som wordt nu 3 × € 0,20. Vervolgens rekent de leerlingen € 0,60 af.

Aandachtspunten

Leerlingen die moeite hebben met het vermenigvuldigen met kommabedragen onder 1 euro, kunnen gebruik maken van een geldbakje. Laat hen eerst een geldbedrag neerleggen in het aantal groepjes. Laat ze nu het geld bij elkaar optellen.

Instructiemateriaal

Geldbakje met euromuntstukken.

Over Gynzy

De digitale oplossingen van Gynzy zijn altijd een waardevolle aanvulling voor jouw basisschool. Versterk je onderwijs met kant-en-klare lessen, activiteiten en hulpmiddelen. Hiermee bespaar je tijd die je weer in kunt zetten waar het er echt toe doet: voor de klas. 

Gynzy geeft leerkrachten weer tijd om les te geven.

Naar de Gynzy homepage

Ga aan de slag met Gynzy!